Vertaling van "Diabetisch cataract " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

diabetisch cataract
cataracte diabétique

diabetisch cataract (E10-E14 met gemeenschappelijk vierde-teken .3)
Cataracte diabétique (E10-E14 avec le quatrième chiffre .3+)

seniel cataract | coronair | seniel cataract | corticaal | seniel cataract | punctata | subcapsulair seniel-cataract (anterior)(posterior), polair | waterspleten
Cataracte sénile:coronaire | corticale | polaire sous-capsulaire (antérieure) (postérieure) | punctiforme | Water clefts (fentes)

cataract bij hypoparathyroïdie (E20.-) | cataract bij ondervoeding - dehydratie (E40-E46)
Cataracte au cours de:hypoparathyroïdie (E20.-+) | malnutrition-déshydratation (E40-E46+)

cataract bij chronische iridocyclitis | cataract, secundair aan andere oogaandoening | glaucoomvlekken (subcapsulair)
Cataracte (au cours de):iridocyclite chronique | secondaire à des affections oculaires | Opacités glaucomateuses (sous-capsulaires)

diabetische autonome neuropathie
neuropathie autonome diabétique

zorg bij diabetisch ulcus
soins d'ulcère diabétique

diabetische jam
confiture pour diabétique

diabetisch voetulcus
ulcère diabétique du pied

diabetische voet
pied diabétique

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Spanning in de borsten, mastodynie en galactorroe Verwardheid, euforie, zenuwachtigheid, slapeloosheid, slaperigheid, concentratiestoornissen, vermoeidheid, depressie, duizeligheid, visusstoornissen en hoofdpijn Verstopping, droge mond, gestoorde leverfunctie, geelzucht, misselijkheid, braken en diarree Adrenergische effecten (bv. licht beven van de handen, transpireren, krampen in de kuiten gedurende de nacht), effecten van het corticoïde type (bv. Cushing-syndroom), verminderde glucosetolerantie, diabetisch cataract, verergering van diabetes mellitus en glycosurie Hersen- en myocardinfarct, congestief hartfalen, arteriële hypertensie, palpitaties, longembolie, retinale trombose, tachycardie, tromboembolische stoornissen en tromboflebitis Leukocytose en trombocytose Urticaria, pruritus, huiduitslag, acne, hirsutisme en alopecie Overgevoeligheidsreacties (bv. anafylaxie en anafylactoïde reacties, angioneurotisch oedeem) Eetlustwijzigingen, koorts, libidovermindering, hypercalciëmie, onwelzijn, oedeem/waterretentie en gewichtstoename
Saignements utérins anormaux (irréguliers, augmentation, diminution), aménorrhée, modification des sécrétions cervicales, érosions cervicales et anovulation prolongée Tension mammaire, mastodynie et galactorrhée Confusion, euphorie, nervosité, insomnie, somnolence, troubles de la concentration, fatigue, dépression, vertiges, troubles de la vision et céphalées Constipation, bouche sèche, altération de la fonction hépatique, jaunisse, nausées, vomissements et diarrhée Effets de type adrénergique (ex.: tremblement léger de la main, transpiration, crampes dans les mollets pendant la nuit), effets de type corticoïde (ex.: syndrome de Cushing), diminution de la tolérance au glucose, cataracte diabétique, aggravation du diabète sucré et glycosurie Infarctus cérébral et du myocarde, insuffisance cardiaque congestive, hypertension artérielle, palpitations, embolie pulmonaire, thrombose rétinienne, tachycardie, troubles thromboemboliques et thrombophlébite Leucocytose et thrombocytose Urticaire, prurit, rash, acné, hirsutisme, alopécie Réactions d’hypersensibilité (ex.: anaphylaxie et réactions anaphylactoïdes, oedème angioneurotique) Modifications de l’appétit, pyrexie, diminution

Bij de patiënten die lijden aan oculaire afwijkingen zoals cataract, recidiverende inflammaties en optische neuritis; of een diabetische neuropathie, is de evaluatie van de visuele gezichtsscherpte moeilijker.
L’évaluation de l’acuité visuelle est plus difficile chez les patients qui souffrent de troubles oculaires comme la cataracte, d’inflammations récidivantes et de névrite optique, ou de neuropathie liée au diabète.

Centraal stond de informatie over de vier meest voorkomende leeftijdsgebonden oogziekten (LMD, glaucoom, diabetische retinopathie en cataract).
Dans la campagne, l’information relative aux quatre maladies visuelles liées à l’âge les plus fréquentes (DMLA, glaucome, rétinopathie diabétique et cataracte) occupait une place centrale.