Vertaling van "eigenaar spreekt duits " (Nederlands → Duits) :

De eigenaar spreekt Duits, Engels, Russisch en Hongaars.
Der Besitzer spricht Deutsch, Englisch, Russisch und Ungarisch.

De eigenaar spreekt Duits, Engels, Russisch en Hongaars.
Der Vermieter spricht Deutsch, Englisch, Russisch und Ungarisch.

De eigenaar van het hotel spreekt Duits, Engels en Nederlands.
Der Hotelbesitzer spricht Deutsch, Englisch und Niederländisch.

De eigenaar van Gasthof Durigon spreekt Duits, Engels, Russisch, Servo-Kroatisch, Frans, Pools, Tsjechisch, Bulgaars en Italiaans.
Der Besitzer des Gasthof Durigon spricht Deutsch, Englisch, Russisch, Serbo-Kroatisch, Französisch, Polnisch, Tschechisch, Bulgarisch und Italienisch.

De eigenaar van het pension spreekt Duits, Frans, Spaans en Engels.
Der Besitzer spricht Deutsch, Französisch, Spanisch und Englisch.

De eigenaar van Pod Lanovkou spreekt Engels en Duits.
Der Besitzer spricht auch Englisch und Deutsch.

Haus Thomas wordt beheerd door een Nederlandse eigenaar die ook Duits en Engels spreekt.
Das Haus Thomas wird von einem niederländischen Eigentümer geführt, der aber auch deutsch und englisch spricht.