4. Het totaalbedrag dat de producent van fonogrammen opzij moet leggen voor het bekostigen van de in lid 3 genoemde aanvullende vergoeding, bedraagt minstens 20 procent van de inkomsten die hij tijdens het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de genoemde vergoeding wordt betaald, heeft verkregen uit de reproductie, verspreiding en toegankelijkmaking van de fonogrammen waarvoor de uitvoerende kunstenaar en de producent van fonogrammen, krachtens artikel 3, leden 1 en 2, in de versie vóór wijziging bij Richtlijn [ //nr. van de wijzigingsrichtlijn invoegen ]/EG, niet langer beschermd zijn op 31 december van het bedoelde jaar.
4. The overall amount to be dedicated by a phonogram producer to payments of the supplementary remuneration referred to in paragraph 3 shall correspond to at least 20 percent of the revenues which he has derived, during the year preceding that for which the said remuneration is paid, from the reproduction, distribution and making available of those phonograms in regard of which, by virtue of Article 3 (1) and (2) in their version before amendment by Directive [// insert: Nr. of this amending directive]/EC, the performer and the phonogram producer would be no longer protected on 31 December of the said year.