De brander moet ook worden gebruikt tijdens de inwerkingsstelling en de stillegging van de installatie om ervoor te zorgen dat de temperatuur van 850ºC wordt gehandhaafd gedurende het gehele verloop van het verbrandingsproces en zolang zich nog onverbrande afvalstoffen in de verbrandingsruimte bevinden.
Er ist auch bei An- und Abfahrvorgängen der Anlage einzusetzen, um zu gewährleisten, dass die Temperatur von 850º C zu jedem Zeitpunkt dieser Betriebsvorgänge - und solange sich unverbrannter Abfall im Brennraum befindet - aufrechterhalten bleibt.