Traduction de «monetaire beleid maakt structurele » (Néerlandais → Allemand) :

Daartegenover staat dat het positieve effect van de structurele hervormingen groter kan uitvallen dan verwacht en dat de transmissie van het zeer accommoderende monetaire beleid naar de reële economie sterker kan blijken dan waarop werd gerekend.
Umgekehrt könnten Strukturreformen sich positiver auswirken als erwartet und besteht die Möglichkeit, dass die äußerst akkommodierende Geldpolitik stärker auf die Realwirtschaft durchschlägt als angenommen.

Het fiscale en monetaire beleid maakt structurele hervormingen niet overbodig.
Fiskal- und Geldpolitik sind kein Ersatz für strukturelle Reformen.

Deze toenemende onderlinge afhankelijkheid bleek bijvoorbeeld uit het overloopeffect van de instabiliteit van de Chinese aandelenmarkt op de wereldmarkt en maakt van gecoördineerd, transparant economisch en monetair beleid een prioriteit.
Diese immer stärkere Interdependenz hat sich an den Auswirkungen der Volatilität des chinesischen Aktienmarktes auf die Weltmärkte gezeigt und macht eine koordinierte und transparente Wirtschafts- und Währungspolitik zu einer Priorität.

Dit advies maakt deel uit van een breder pakket van vier EESC-adviezen over de toekomst van de Europese economie (de verdieping van de Economische en Monetaire Unie en het economisch beleid in de eurozone, de kapitaalmarktenunie en de toekomst van de EU-financiën) .
Diese Stellungnahme ist Teil eines umfangreicheren Pakets von vier Stellungnahmen über die Zukunft der europäischen Wirtschaft (Vertiefung der Wirtschafts- und Währungsunion und Wirtschaftspolitik des Euro-Währungsgebiets, Kapitalmarktunion und Zukunft der EU-Finanzen) .

Albanië moet zijn stabiliteitsgeoriënteerde begrotings- en monetaire beleid aanvullen met structurele hervormingen om een duurzame economische groei op de lange termijn te verzekeren.
Albanien muss seine stabilitätsorientierte Haushalts- und Geldpolitik durch Strukturreformen ergänzen, um ein langfristig nachhaltiges Wirtschaftswachstum zu gewährleisten.

De Europa 2020-strategie moet worden onderbouwd door een geïntegreerde reeks Europese en nationale beleidslijnen die de lidstaten en de Unie ten uitvoer dienen te leggen ter verwezenlijking van de positieve overloopeffecten van gecoördineerde structurele hervormingen, van een passende algehele mix van economisch beleid en van een consistentere bijdrage van Europees beleid aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Tenuitvoerlegging van de richtsnoeren is tevens benodigd ter waarborging van de soepele werking van de economische en monetaire unie.
Die Strategie Europa 2020 sollte durch ein integriertes Bündel europäischer und nationaler Maßnahmen untermauert werden, die die Mitgliedstaaten und die Union umsetzen sollten, um die positiven Spillover-Effekte koordinierter Strukturreformen, einen angemessenen gesamtwirtschaftlichen Policy-Mix und einen kohärenteren Beitrag der europäischen Politiken zu den Zielen der Strategie Europa 2020 zu erreichen und um das reibungslose Funktionieren der Wirtschafts- und Währungsunion zu gewährleisten.

2. herinnert eraan dat het EG-Verdrag expliciet onderscheid maakt tussen de doelstelling van de ECB van prijsstabiliteit aan de ene kant en ondersteuning van het algemeen economisch beleid aan de andere kant en dat deze beide doelstellingen derhalve niet eenvoudig als substitueerbaar kunnen worden gezien; erkent de volledige onafhankelijkheid van de ECB bij haar uitvoering van dit dubbele mandaat, en is verheugd dat de Bank bij het Verdrag van Lissabon een EU-instelling met rechtspersoonlijkheid en een duidelijk vastgelegde, onafhankelijke politieke en financiële status; meent dat het Parlement, en in het bijzonder zijn Commissie economische en monetaire zaken, door erkenning van de ECB als Europese instelling meer verantwoordelijkheid krijgt als instelling waaraan de ECB voor haar beslissingen inzake monetair beleid verantwoording schuldig is;
2. verweist darauf, dass im EG-Vertrag bei den Zielvorgaben der EZB ausdrücklich zwischen der Preisstabilität einerseits und der Unterstützung der allgemeinen Wirtschaftspolitik andererseits unterschieden wird und dass deshalb diese beiden Zielvorgaben nicht einfach als austauschbar behandelt werden können; erkennt die uneingeschränkte Unabhängigkeit der EZB bei der Wahrnehmung dieses doppelten Auftrags an und begrüßt es, dass der Vertrag von Lissabon der EZB den Status eines EU-Organs mit Rechtspersönlichkeit zuerkennen soll, dessen politische und finanzielle Unabhängigkeit eindeutig festgeschrieben wäre; glaubt, dass die Anerkennung der EZB als EU-Organ die Verantwortung des Parlaments und insbesondere seines für Wirtschaft und Währung zuständigen Ausschusses als Einrichtung stärkt, der gegenüber die EZB im Hinblick auf ihre geldpolitischen Beschlüsse rechenschaftspflichtig ist;

G. overwegende dat de coördinatie van het economisch beleid gericht op de verwezenlijking van de in artikel 2 omschreven doelstellingen van de Europese Unie (art. 98 en 99 VEG) een verplichting voor de lidstaten is; overwegende dat de bestaande sociaal-economische procedures niet voldoende zijn om in te spelen op de uitdagingen voor de Europese economie; overwegende dat de toenemende onderlinge economische afhankelijkheid in de eurozone een versterking van de coördinatie ex ante van het economisch beleid en van het werkgelegenheidsbeleid noodzakelijk maakt; overwegende dat het bestaan van de euro en het daaraan gerelateerde uniforme monetaire beleid het ontbreken van een gemeenschappelijk en helder Europees economisch beleid heeft blootgelegd,
G. in der Erwägung, dass die Koordinierung der Wirtschaftspolitik zur Verwirklichung der – in Artikel 2 EGV festgelegten – Zielvorgaben der Europäischen Union eine Verpflichtung für die Mitgliedstaaten darstellt (Artikel 98 und 99 EGV) und dass die derzeit vorhandenen wirtschafts- und sozialpolitischen Verfahren nicht ausreichen, um den Herausforderungen gerecht zu werden, mit denen sich die europäische Wirtschaft konfrontiert sieht; in der Erwägung, dass die wachsende wirtschaftliche Verflechtung innerhalb des Euroraums eine stärkere Koordinierung der Wirtschafts- und Beschäftigungspolitik im Vorfeld erfordert; in der Erwägung, dass die Existenz des Euro und der durch ihn bedingten einheitlichen Geldpolitik das Fehlen einer einheitlichen und klaren europäischen Wirtschaftspolitik deutlich aufgezeigt hat,

G. overwegende dat de coördinatie van het economisch beleid gericht op de verwezenlijking van de in artikel 2 omschreven doelstellingen van de Europese Unie (art. 98 en 99 VEG) een verplichting voor de lidstaten is; overwegende dat de bestaande sociaal-economische procedures niet voldoen voor het inspelen op de uitdagingen voor de Europese economie; overwegende dat de toenemende onderlinge economische afhankelijkheid in de eurozone een versterking van de coördinatie ex ante van het economisch beleid en van het werkgelegenheidsbeleid noodzakelijk maakt; overwegende dat het bestaan van de euro en het daaraan gerelateerde uniforme monetaire beleid het ontbreken van een gemeenschappelijk en helder Europees economisch beleid heeft blootgelegd,
G. in der Erwägung, dass die Koordinierung der Wirtschaftspolitik zur Verwirklichung der – in Artikel 2 festgelegten – Zielvorgaben der Europäischen Union eine Verpflichtung für die Mitgliedstaaten darstellt (Artikel 98 und 99 EGV) und dass die derzeit vorhandenen wirtschafts- und sozialpolitischen Verfahren nicht ausreichen, um den Herausforderungen gerecht zu werden, mit denen sich die europäische Wirtschaft konfrontiert sieht; in der Erwägung, dass die wachsende wirtschaftliche Verflechtung innerhalb des Euroraums eine stärkere Koordinierung der Wirtschafts- und Beschäftigungspolitik im Vorfeld erfordert; in der Erwägung, dass die Existenz des Euro und der durch ihn bedingten einheitlichen Geldpolitik das Fehlen einer einheitlichen und klaren europäischen Wirtschaftspolitik deutlich aufgezeigt hat,