Vertaling van "forêt qui pousse " (Frans → Nederlands) :

J'habite a Vancouver, près d'une forêt qui pousse jusqu'à une hauteur de 33 étages.
Ik woon in Vancouver, vlakbij een bos, dat zo hoog is als een gebouw van 33 verdiepingen.

Quand la forêt pousse, des feuilles tombent au sol, ce qui produit plus d'humus, donc plus de nourriture pour que la forêt continue à pousser.
Terwijl het bos groeit, vallen er meer bladeren -- en wordt er dus meer humus gemaakt, en komt er dus meer voedsel en kan het bos groeien.

Comme le champignon pousse dans le sol, il commence à lier les plantes entre elles et les arbres entre eux jusqu'à ce que toute la forêt soit liée.
Als de schimmel door de bodem groeit, verbindt hij planten en bomen met elkaar totdat het hele bos is verbonden.

Si on compare l'anglais à des langues comme le grec ou le chinois, qui datent de plusieurs milliers d'années, ce n'est qu'une jeune pousse dans la forêt lexicale.
Vergeleken met talen als Grieks of Chinees, die duizenden jaren oud zijn, is Engels maar een jong boompje in het lexicologische bos.