21. Si la Commission n'a pas pris position sur la même entente ou pratique, les juridictions nationales peuvent toujours se référer, pour l'interprétation du droit communautaire en cause, à la jurisprudence de la Cour de justice et à la pratique décisionnelle de la Commission.
21. Indien de Commissie geen standpunt heeft vastgesteld ter zake van dezelfde overeenkomst of gedraging, kunnen de nationale rechterlijke instanties zich voor de uitlegging van het betrokken Gemeenschapsrecht op de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie en de beschikkingenpraktijk van de Commissie baseren.