4.7.2. lorsqu'un feu de position est groupé ou mutuellement incorporé avec un feu stop, le rapport des intensités lumineuses réellement mesurées des deux feux allumés simultanément à l'intensité du feu de position arrière allumé seul doit être au moins de 5:1 aux onze points de mesure définis à l'appendice 2 et situés dans le champ délimité par les droites verticales passant par 0° V/± 10° H et les droites horizontales passant par ± 5° V/0° H du tableau de répartition lumineuse,
4.7.2. moet, wanneer een achterlicht is gegroepeerd of samengebouwd met een stoplicht, de verhouding van de werkelijk gemeten lichtsterkte van de twee gelijktijdig ontstoken lichten tot de lichtsterkte van het alleen ontstoken achterlicht minimaal 5:1 bedragen op de 11 meetpunten die in aanhangsel 2 zijn aangegeven en die liggen binnen het veld dat wordt afgebakend door de verticale rechten door 0° V/± 10° H en de horizontale lijnen door ± 5° V/0° H als aangegeven in de lichtverdelingstabel;