18. observe qu'une grande partie des objectifs de l'Union sont pris en compte par les États membres dans les budgets nationaux; insiste pour que les crédits ainsi mobilisés soient comptabilisés et publiés dans chaque État membre, de manière à mieux mesurer l'effort de chacun et à mieux évaluer les montants nécessaires à prévoir dans le budget de l'Union dans les domaines où l'effort des États membres doit être encouragé ou complété;
18. merkt op dat in de nationale begrotingen van de lidstaten rekening wordt gehouden met een groot deel van de doelstellingen van de Unie; dringt erop aan dat deze kredieten worden geboekt en gepubliceerd in elk van de lidstaten teneinde een beter inzicht te krijgen in eenieders inspanningen en in de omvang van de bedragen die in het kader van de Europese begroting moeten worden uitgetrokken voor terreinen waar het optreden van de lidstaten moet worden aangemoedigd en aangevuld;