Member States shall ensure that, where national courts rule, in actions for damages under Article 101 or 102 of the Treaty or under national competition law, on agreements, decisions or practices which are already the subject of a final infringement decision by a national competition authority or by a review court, those courts cannot take decisions running counter to such finding of an infringement. This obligation is without prejudice to the rights and obligations under Article 267 of the Treaty, to the right to an effective remedy and a fair trial, and the right of defence, pursuant to Articles 47 and 48 of the Charter, and to the right to a fair hearing pursuant to Article 6 of the ECHR.
De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer de nationale rechter in schadevorderingen artikel 101 of 102 van het Verdrag of het nationaal mededingingsrecht toepast op overeenkomsten, besluiten of feitelijke gedragingen waarover al een in kracht van gewijsde gegaan inbreukbesluit van een nationale mededingingsautoriteit of beroepsinstantie is vastgesteld, hij geen beslissingen kan nemen die met dergelijke inbreukbesluiten in strijd zijn. Deze verplichting doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen uit hoofde van artikel 267 van het Verdrag, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, op een onpartijdig gerecht en op verdediging uit hoofde van de artikelen 47 en 48 van het Handvest van de grondrechten, en het recht op een eerlijk
...[+++] proces uit hoofde van artikel 6 van het EVRM.