Policy priorities of a non-technological nature include incentives for optimal occupancy of vehicles, public and private, the promotion of new and alternative infrastructure and subsequently modal shifting and modal integration, management alternatives to air transport, completion of the internal market in rail transport and changing behaviour regarding mobility.
Beleidsprioriteiten van niet-technische aard zijn onder meer stimulansen voor een optimale bezettingsgraad van voertuigen, zowel openbaar als particulier, de bevordering van nieuwe en alternatieve infrastructuur, wat moet leiden tot verschuivingen tussen en betere integratie van de verschillende vervoertakken, beheersalternatieven voor het luchtvervoer, voltooiing van de interne spoorwegmarkt en gedragsverandering inzake mobiliteit.