Vertaling van "„emissionsschwache " (Duits → Nederlands) :

a)„emissionsschwache Stoffströme“, wenn die vom Anlagenbetreiber ausgewählten Stoffströme kumuliert weniger als 5 000 Tonnen der jährlichen Emissionen an fossilem CO freisetzen oder für weniger als 10 % (bis zu einem maximalen Gesamtanteil von 100 000 Tonnen fossilem CO/Jahr) verantwortlich sind, wobei der jeweils absolut höhere Wert maßgebend ist.
a)kleine bronstromen als de door de exploitant geselecteerde bronstromen gezamenlijk minder dan 5 000 ton fossiel CO per jaar of minder dan 10 % vertegenwoordigen, tot een totale maximumbijdrage van 100 000 ton fossiel CO per jaar, waarbij het criterium dat de hoogste absolute waarde oplevert bepalend is.

a)Die Anwendung von Ebene 1 als Minimum im Rahmen der auf Berechnungen beruhenden Methodik für einen oder mehrere emissionsstarke oder emissionsschwache Stoffströme und einer auf Messung beruhenden Methodik für mindestens eine mit denselben Stoffströmen verbundene Emissionsquelle ist technisch nicht machbar oder würde zu unverhältnismäßigen Kosten führen.
a)toepassing van minimaal niveau 1 volgens de rekenmethode voor een of meer grote bronstromen of kleine bronstromen en een meetmethode voor ten minste één emissiebron die samenhangt met dezelfde bronstromen is technisch niet haalbaar of zou tot onredelijke kosten leiden.

g)eine Änderung der Kategorisierung von Stoffströmen, d. h. ein Wechsel zwischen den Kategorien emissionsstarker Stoffstrom, emissionsschwacher Stoffstrom und De-minimis-Stoffstrom.
g)een verandering in de categorisering van bronstromen, tussen grote, kleine of de-minimisbronstromen.

(2) Für emissionsschwache Stoffströme wendet der Anlagenbetreiber für Tätigkeitsdaten und die einzelnen Berechnungsfaktoren die höchste Ebene an, die technisch machbar ist und nicht zu unverhältnismäßigen Kosten führen wird, mit Ebene 1 als Minimum.
2. Voor activiteitsgegevens en elke berekeningsfactor voor kleine bronstromen past de exploitant het hoogste niveau toe dat technisch haalbaar is en niet leidt tot onredelijke kosten, met als minimum niveau 1.

(3) Wendet der Anlagenbetreiber eine Fall-back-Überwachungsmethodik gemäß Artikel 22 an, so übermittelt er eine Begründung, warum es technisch nicht machbar ist oder zu unverhältnismäßigen Kosten führen würde, für einen oder mehrere emissionsstarke oder emissionsschwache Stoffströme mindestens Ebene 1 anzuwenden.
3. Als de exploitant een fall-backmonitoringmethode zoals bedoeld in artikel 22 toepast, verantwoordt hij waarom een toepassing van ten minste niveau 1 voor een of meer grote of kleine bronstromen technisch niet haalbaar is of tot onredelijk hoge kosten zou leiden.

31° emissionsschwache Brennstoff-/Materialströme: die vom Betreiber ausgewählten Stoffströme, die kumuliert höchstens 5 kt der jährlichen Emissionen an fossilem CO freisetzen oder die kumuliert für weniger als 10% (bis zu einem maximalen Gesamtanteil von 100 kt fossilem CO /Jahr) der jährlichen CO Gesamtemissionen dieses Luftfahrzeugbetreibers vor Abzug des weitergeleiteten CO verantwortlich sind, wobei der jeweils absolut höhere Wert massgebend ist;
31° " kleine bronstromen" : de door de exploitant geselecteerde bronstromen die gezamenlijk 5 kt of minder fossiel CO per jaar uitstoten of die minder dan 10 % van de totale jaarlijkse emissies van fossiel CO van de vliegtuigexploitant vóór aftrek van het overgedragen CO (tot een totaal maximum van 100 kt fossiel CO per jaar) vertegenwoordigen, waarbij het criterium dat de hoogste absolute emissiewaarde oplevert, bepalend is;

32° emissionsschwache Brennstoff-/Materialströme: die vom Anlagenbetreiber ausgewählten Stoffströme, die kumuliert höchstens 5 kt der jährlichen Emissionen an fossilem CO freisetzen oder die kumuliert für weniger als 10% (bis zu einem maximalen Gesamtanteil von 100 kt fossilem CO/Jahr) der jährlichen CO-Gesamtemissionen dieser Anlage vor Abzug des weitergeleiteten CO verantwortlich sind, wobei der jeweils absolut höhere Wert massgebend ist;
32° kleine bronstromen : de door de exploitant geselecteerde bronstromen die gezamenlijk 5 kton of minder fossiel CO per jaar uitstoten of die minder dan 10 % van de totale jaarlijkse emissies van fossiel CO van de installatie vóór aftrek van het overgedragen CO (tot een totaal maximum van 100 kton fossiel CO per jaar) vertegenwoordigen, waarbij het criterium dat de hoogste absolute emissiewaarde oplevert bepalend is;