(3) Wendet der Anlagenbetreiber eine Fall-back-Überwachungsmethodik gemäß Artikel 22 an, so übermittelt er eine Begründung, warum es technisch nicht machbar ist oder zu unverhältnismäßigen Kosten führen würde, für einen oder mehrere emissionsstarke oder emissionsschwache Stoffströme mindestens Ebene 1 anzuwenden.
3. Als de exploitant een fall-backmonitoringmethode zoals bedoeld in artikel 22 toepast, verantwoordt hij waarom een toepassing van ten minste niveau 1 voor een of meer grote of kleine bronstromen technisch niet haalbaar is of tot onredelijk hoge kosten zou leiden.