Die Mitgliedstaaten dürfen Nutzungs- oder Wegerechte vor Ablauf des Zeitraumes, für den sie erteilt worden sind, weder einschränken noch zurücknehmen, es sei denn, dies ist aus Gründen der öffentlichen Ordnung, Sicherheit oder Gesundheit erforderlich.
De lidstaten kunnen de gebruiks- of doorgangsrechten niet beperken of intrekken vóór het verstrijken van de periode waarvoor ze zijn toegekend, tenzij dit noodzakelijk is uit hoofde van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.