In der Annahme, die zurückgeforderten Steuerbeträge würden für die klagenden Parteien Forderungen im gleichen Wert wie Eigentum im Sinne von Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention darstellen, wäre das Eingreifen des Gesetzgebers in diese Forderungsrechte durch die Umstände und Gründe, wie sie in B.9.3 dargelegt wurden, gerechtfertigt ».
In de veronderstelling dat de bedragen van de teruggevorderde belastingen voor de verzoekende partijen schuldvorderingen zouden zijn die overeenkomen met het begrip ' eigendom ' in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zou de inmenging van de wetgever in die schuldvorderingen gerechtvaardigd zijn door de in B.9.3 uiteengezette omstandigheden en motieven ».