In Bezug auf die Mietbewerber und die Mieter, denen das Gesetz es erlaubt, mit der sozialen Wohnungsgesellschaft in Französisch zu kommunizieren, kann die Bedingung, zum Erlernen des Niederländisch bereit zu sein, nicht als eine entsprechende Verpflichtung im Sinne von Artikel 23 der Verfassung angesehen werden, die ihnen auferlegt werden könnte bei Strafe, nicht die Wohnung zu erhalten oder sie zu verlieren, obwohl sie alle anderen Bedingungen, um darauf Anspruch zu erheben, erfüllen.
Tegenover de kandidaat-huurders en huurders aan wie de wet toestaat in het Frans te communiceren met de sociale huisvestingsmaatschappij, kan de voorwaarde met betrekking tot de bereidheid om Nederlands te leren niet worden beschouwd als een overeenkomstige plicht, in de zin van artikel 23 van de Grondwet, die hun zou kunnen worden opgelegd op straffe van geen woning te verkrijgen of ze kwijt te raken terwijl zij aan alle andere voorwaarden voldoen om er recht op te hebben.
