Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «werden muss indem verbindliche zeitpläne » (Allemand → Néerlandais) :

1. ist sich über die Beschränkungen im Klaren, die hinsichtlich der Anwendung der Rechtsvorschriften zum einheitlichen europäischen Luftraum bestehen; ist jedoch der Auffassung, dass in erheblichem Umfang an die bereits erzielten Fortschritte angeknüpft werden muss, indem verbindliche Zeitpläne für die Umsetzung des einheitlichen europäischen Luftraums aufgestellt werden, aber auch wirtschaftlichen Erwägungen Rechnung getragen wird;

1. erkent dat de tenuitvoerlegging van de SES-wetgeving door verschillende factoren wordt belemmerd; is desondanks van mening dat er veel meer vooruitgang moet worden geboekt dan tot nu toe is gedaan door bindende termijnen vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van het SES, maar ook rekening te houden met bedrijfsoverwegingen;


1. ist sich über die Beschränkungen im Klaren, die hinsichtlich der Anwendung der Rechtsvorschriften zum einheitlichen europäischen Luftraum bestehen; ist jedoch der Auffassung, dass in erheblichem Umfang an die bereits erzielten Fortschritte angeknüpft werden muss, indem verbindliche Zeitpläne für die Umsetzung des einheitlichen europäischen Luftraums aufgestellt werden, aber auch wirtschaftlichen Erwägungen Rechnung getragen wird;

1. erkent dat de tenuitvoerlegging van de SES-wetgeving door verschillende factoren wordt belemmerd; is desondanks van mening dat er veel meer vooruitgang moet worden geboekt dan tot nu toe is gedaan door bindende termijnen vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van het SES, maar ook rekening te houden met bedrijfsoverwegingen;


In der Regel wird die Aussetzung der Verkündung einer Verurteilung durch die erkennenden Gerichte angeordnet, da über die Strafverfolgung geurteilt werden muss, indem die Taten für erwiesen erklärt werden.

In de regel wordt de opschorting van de uitspraak van een veroordeling gelast door de vonnisgerechten, aangezien over de strafvordering uitspraak moet worden gedaan door de feiten bewezen te verklaren.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 11. Juni 2015 in Sachen der Flämischen Region gegen Tony Sneijers, dessen Ausfertigung am 22. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung - der bestimmt: ' Häuser und Gebäude, von denen ein Teil aus Gründen eines gesetzlich anerkannten Nutzens der Allgemeinheit abgerissen oder ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen waarvan de Franse tekst luidt als volgt : ' les maisons et bâtiments dont il serait nécessaire de faire démolir et d'enlever une portion pour cause d ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, ei ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vade ...[+++]


II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ohne dass der Beweis dafür erbracht werden muss, dass dieser Verlus ...[+++]

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolg ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, ei ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind ope ...[+++]


12. fordert, dass ein wesentlicher Schwerpunkt auf die Gleichberechtigung von Männern und Frauen gelegt werden muss, indem festgelegt wird, dass 60 % der arbeitenden Frauen genug verdienen müssen, um wirtschaftlich unabhängig zu sein, sowie dass sich das Geschlechtergefälle alle fünf Jahre um die Hälfte verringern muss (d. h. das Geschlechtergefälle sollte bis 2015 auf 8,5 % und bis 2020 auf 4 % gesenkt werden), und indem der Zugan ...[+++]

12. vraagt een sterke nadruk op het realiseren van de gelijkheid van mannen en vrouwen door een streefdoel te bepalen van 60% vrouwelijke werknemers in banen die voldoende opleveren voor economische onafhankelijkheid, alsmede een streefdoel om de genderkloof elke vijf jaar met de helft te verminderen (d.i. een vermindering van de genderkloof tot 8,5% in 2015 en tot 4% in 2020), door de toegang tot kinderopvang te verbeteren voor minimum 50% van de kinderen die jonger en 100% van de kinderen die ouder zijn dan 3 jaar, door een Europees ...[+++]


65. verlangt, auf dem Europäischen Konvent und der anschließenden Regierungskonferenz darüber zu beraten, dass Artikel 153 des EG-Vertrags verbindlicher gefasst werden muss, indem er die systematische Einbeziehung der Verbraucherpolitik in sämtliche EU-Politikbereiche vorsieht, unter besonderer Berücksichtigung der Bedürfnisse benachteiligter und schutzbedürftiger Verbraucher;

65. verzoekt dat in de Europese Conventie en de IGC daarna aandacht wordt besteed aan versterking van artikel 153 van het EG-Verdrag, en denkt daarbij in het bijzonder aan de integratie van het consumentenbeleid op alle EU-beleidsterreinen, onder speciale verwijzing naar de behoeften van kwetsbare consumenten;


64. verlangt, auf dem Konvent und der anschließenden Regierungskonferenz darüber zu beraten, dass Artikel 153 des Vertrags verbindlicher gefasst werden muss, indem er die systematische Einbeziehung der Verbraucherpolitik in sämtliche EU-Politikbereiche vorsieht, unter besonderer Berücksichtigung der Bedürfnisse benachteiligter und schutzbedürftiger Verbraucher;

64. verzoekt dat in de Conventie en de IGC daarna aandacht wordt besteed aan versterking van artikel 153 van het Verdrag, en denkt daarbij in het bijzonder aan de integratie van het consumentenbeleid in alle EU-beleidsterreinen, onder speciale verwijzing naar de behoeften van kwetsbare consumenten;


w