Damit ein Klagegrund, der auf einem Verstoss gegen die Artikel 10, 11 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention beruht, zulässig ist, muss darin angegeben sein, gegen welches andere durch diese Konvention gewährleistete Recht verstossen zu werden droht.
Om ontvankelijk te zijn moet een middel dat uit de schending van de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, in samenhang met artikel 13 van het Europees Verdrag, is afgeleid, aangeven welk ander door dat Verdrag gewaarborgd recht dreigt te worden geschonden.