Vertaling van "werde ich gleich noch eingehen " (Duits → Nederlands) :

Auf die Beziehungen zu China werde ich später noch eingehen.
Dan zal ik ook nog ingaan op de relatie met China.

Wenn aber zwei so große und prominente Systeme wie das Schengener Informationssystem (SIS) II und das Visa-Informationssystem (VIS) betroffen sind, wirkt sich dies leider dennoch auch auf die Glaubwürdigkeit nicht nur der inneren Sicherheit der Union aus – darauf werde ich später noch eingehen –, sondern auch auf die der EU-Visumspolitik.
Maar wanneer het twee van deze grote high-profile systemen betreft – het Schengeninformatiesysteem (SIS) II en het visuminformatiesysteem (VIS) – gaat dit helaas niet alleen ten koste van de geloofwaardigheid van de interne veiligheid van de Unie – waar ik later nog op terugkom – maar ook van die van het visumbeleid van de EU.

Auf die Reaktion der Europäischen Union werde ich gleich noch eingehen.
Ik zal kort ingaan op de reactie van de Europese Unie hierop.

Dazu werde ich gleich noch etwas sagen. Dennoch bin ich der Meinung, dass es gemeinsamer Anstrengungen seitens der Kommission, der Mitgliedstaaten und insbesondere des Europäischen Parlaments bedarf, wenn wir unser Ziel erreichen wollen.
Daar kom ik zo meteen op terug. Ik geloof echter dat we een gezamenlijke inspanning nodig hebben om dit te bereiken – van de Commissie, lidstaten, en vooral van het Europees Parlement.

5. Und schließlich eine ganze Reihe von Maßnahmen auf Unionsebene zur Ankurbelung des Wachstums, worauf ich später noch näher eingehen werde.
5. En tot slot, een hele serie maatregelen op Unieniveau om de groei te stimuleren, waarover ik straks meer zal zeggen.

Die Präsidentin erklärte abschließend, dass der Rat auf seiner Tagung am 3. Dezember 2001 nach Auswertung der Antworten aller Mitgliedstaaten auf den Fragenkatalog näher auf diesen Punkt eingehen werde; für die gleiche Tagung würden auch ein Sachverständigenbericht sowie Schlussfolgerungen mit Vorschlägen für Indikatoren vorgelegt.
De voorzitter besloot dit punt met de aankondiging dat de Raad in zijn zitting op 3 december 2001 uitgebreider op dit punt zal terugkomen, zodra alle antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst zijn bestudeerd, met de presentatie van een deskundigenverslag en conclusies waarin een reeks indicatoren zal worden voorgesteld.

Ein solcher Ausgangspunkt könne im Jahre 1808 noch als vernünftig angesehen worden sein, sei aber eindeutig unvernünftig am Ende des zwanzigsten Jahrhunderts und an der Schwelle zum einundzwanzigsten Jahrhundert, da in unserem nationalen Recht die Unparteilichkeit des Richters als ein allgemeiner Rechtsgrundsatz betrachtet werde. Die Unparteilichkeit des Richters - eines jeden Richters - beinhalte für die Rechtsunterworfenen, auch für jene, auf die jetzt noch das Vorrecht der Gerichtsbarkeit anwendbar sei, die Garantie, dass der Richter - jeder Richter - das Gesetz unterschiedslos, für jeden gleich und deshalb unmöglich « zu streng » und unmöglich « zu nachgiebig » für « diese Amtsinhaber » anwende.
De onpartijdigheid van de rechter - van elke rechter - houdt voor de rechtsonderhorigen, ook voor diegenen op wie nu nog het voorrecht van rechtsmacht van toepassing is, de waarborg in dat de rechter - elke rechter - de wet op een gelijke wijze toepast, voor iedereen gelijk, derhalve onmogelijk « te streng » en onmogelijk « met te veel toegevendheid » voor « die ambtsdragers ».

« dass die Klägerin geltend macht, der Grundsatz der Gleichheit werde verletzt, indem der König als Gesetzgeber aufgrund des (ehemaligen) Artikels 78 der Verfassung im Hinblick auf die Vermeidung der ' Umgehung der Steuer ' (nämlich die Möglichkeit, zweimal anstatt einmal die Befreiung der Investitionsrücklage für das gleiche Veranlagungsjahr in Anspruch nehmen zu können) ein Mittel (Artikel 2 § 4 des königlichen Erlasses Nr. 149) angewandt habe, das nicht angepasst sei und nicht im Verhältnis zum angestrebten Ziel stehe, da es zur Folge habe, dass der Steuerpflichtige, der das Abschlussdatum seines Geschäftsjahres vorverlegt habe, weder die Investitionsrücklage noch den Investitionsabzug geltend machen könne; dass die Klägerin die Ansicht vertritt, der Grundsatz der Gleichheit sei somit verletzt worden, da alle anderen Steuerpflichtigen, die keine ' Verschiebung ' ihres Geschäftsjahres vorgenommen haben, zumindest den Investitionsabzug geltend machen konnten ».
« dat de eiseres aanvoert dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden omdat de Koning, als wetgever, krachtens artikel 78 Grondwet/oud, ter vermijding van een zogenaamde belastingontwijking (namelijk het tweemaal kunnen genieten van de aftrek van de investeringsreserve in hetzelfde aanslagjaar in plaats van éénmaal), een middel aanwendde (artikel 2 § 4 K.B. 149) dat niet adequaat is en niet in verhouding is tot het gestelde doel, nu het gevolg daarvan is dat de belastingplichtige die zijn afsluitingsdatum van zijn boekjaar heeft vervroegd, noch de investeringsreserve, noch de investeringsaftrek kan aftrekken; dat de eiseres meent dat aldus het gelijkheidsbeginsel werd geschonden nu alle andere belastingplichtigen, die niet overgegaan zijn tot ' verschuiving ' van hun boekjaar, wel, minstens de investeringsaftrek konden bekomen ».

Selbst wenn man annehmen würde, Artikel 10 § 1 2° b) des Hormongesetzes enthalte zwei Schuldformen und es wäre unerhört, eine geringere Schuldform (Unachtsamkeit) auf die gleiche Weise zu bestrafen wie eine schwerwiegendere Schuldform (vorsätzliche Handlung), bedeute dies noch nicht, dass der Gleichheitsgrundsatz verletzt werde.
Zelfs indien wordt aangenomen dat artikel 10, § 1, 2°, b), van de hormonenwet twee vormen van schuld omvat en dat het ongehoord zou zijn een mindere schuldvorm (onachtzaamheid) op dezelfde manier te bestraffen als een ergere schuldvorm (opzet), dan betekent dat nog niet dat het gelijkheidsbeginsel geschonden wordt.