Vertaling van "vorschlag nicht deshalb " (Duits → Nederlands) :

23. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 begründete Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur ca. 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von einzelstaatlichen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl begründeter Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
23. benadrukt dat in 2011 de Commissie 64 gemotiveerde adviezen heeft ontvangen in de zin van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 gemotiveerde adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de betreffende politieke dialoog door de nationale parlementen in 2011 naar de Commissie werden gezonden; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende gemotiveerde adviezen werden ontvangen om de „gele of oranje kaart”-procedures krachtens het Protocol in werking te doen treden; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een „gele kaart” is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, „Monti II”); onderstreept dat de Commissie het voorstel ingetrokken heeft niet omdat zij van mening was dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

13. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 mit Gründen versehene Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur etwa 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von nationalen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl mit Gründen versehener Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
13. benadrukt dat de Commissie in 2011 64 met redenen omklede adviezen heeft ontvangen in de zin van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 met redenen omklede adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de respectieve politieke dialoog door de nationale parlementen naar de Commissie werden gezonden in 2011; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende met redenen omklede adviezen werden ontvangen om de "gele of oranje kaart"-procedures in werking te doen treden krachtens het protocol; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een "gele kaart" is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, "Monti II"); onderstreept dat de Commissie het voorstel niet heeft ingetrokken omdat zij achtte dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

22. weist darauf hin, dass die Kommission im Jahr 2011 64 begründete Stellungnahmen im Sinne des Protokolls (Nr. 2) über die Anwendung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit erhalten hat, was einen erheblichen Anstieg im Vergleich zum Jahr 2010 darstellt; stellt jedoch fest, dass diese 64 begründeten Stellungnahmen nur ca. 10 % der insgesamt 622 Stellungnahmen von einzelstaatlichen Parlamenten darstellen, die im Jahr 2011 im Rahmen des entsprechenden politischen Dialogs bei der Kommission eingingen; verweist zudem auf die Tatsache, dass kein Kommissionsvorschlag eine ausreichende Anzahl begründeter Stellungnahmen erhalten hat, um die Verfahren der „gelben“ oder der „orangefarbenen Karte“ nach diesem Protokoll auszulösen; stellt jedoch fest, dass am 22. Mai 2012 einem Vorschlag der Kommission (Vorschlag für eine Verordnung über die Ausübung des Rechts auf Durchführung kollektiver Maßnahmen im Kontext der Niederlassungs- und der Dienstleistungsfreiheit, die sogenannte Monti-II-Verordnung) erstmalig eine „gelbe Karte“ erteilt wurde; betont, dass die Kommission den Vorschlag nicht deshalb zurückgezogen hat, weil sie der Auffassung war, dass gegen den Grundsatz der Subsidiarität verstoßen wurde, sondern weil sie festgestellt hat, dass der Vorschlag im Parlament und im Rat nur schwer die für seine Annahme notwendige politische Unterstützung erhalten hätte;
22. benadrukt dat in 2011 de Commissie 64 gemotiveerde adviezen heeft ontvangen in de zin van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met 2010; stelt echter vast dat die 64 gemotiveerde adviezen slechts 10% van de in het totaal 622 adviezen uitmaken die in het kader van de betreffende politieke dialoog door de nationale parlementen in 2011 naar de Commissie werden gezonden; vestigt voorts de aandacht op het feit dat er voor geen enkel Commissievoorstel voldoende gemotiveerde adviezen werden ontvangen om de "gele of oranje kaart"-procedures krachtens het Protocol in werking te doen treden; stelt daarentegen vast dat op 22 mei 2012 voor het eerst een "gele kaart" is getrokken voor een voorstel van de Commissie (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de uitoefening van het recht om collectieve actie te voeren in de context van de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, "Monti II"); onderstreept dat de Commissie het voorstel ingetrokken heeft niet omdat zij van mening was dat inbreuk was gemaakt op het subsidiariteitbeginsel, maar omdat zij vaststelde dat het onwaarschijnlijk was dat het voorstel binnen het Parlement en de Raad de nodige politieke steun zou krijgen om te kunnen worden aangenomen;

Der Vorschlag folgt deshalb, was den finanziellen Ausgleich betrifft, dem Gerichtshofurteil und sieht vor, dass die einen Ausgleichsanspruch begründende Verspätungsdauer bei allen EU-Flügen und internationalen Kurzstreckenflügen bis zu einer Entfernung von 3 500 km 5 Stunden beträgt. Bei den übrigen Drittstaatsflügen ist diese Dauer auf 9 Stunden (bis zu einer Entfernung von 6 000 km) bzw. 12 Stunden (über 6 000 km) festgelegt. Die Fluggesellschaften sollen dadurch hinreichend Zeit zur Lösung des betreffenden Problems erhalten und dazu bewegt werden, einen Flug durchzuführen und nicht einfach zu annullieren.
Wat financiële compensatie betreft, volgt het voorstel voor een verordening het arrest van het Hof, maar de termijn die recht geeft op compensatie wordt vastgesteld op 5 uur voor alle vluchten in de EU en korte internationale vluchten van minder dan 3 500 km. De termijn bedraagt 9 uur voor internationale vluchten van minder dan 6 000 km en 12 uur voor vluchten van meer dan 6 000 km. Het doel hiervan is luchtvaartmaatschappijen een redelijke termijn te geven om het probleem op te lossen en hen aan te moedigen de vlucht uit te voeren en niet eenvoudigweg te annuleren.

Durch den Vorschlag wird deshalb versucht, den bestehenden Rechtsrahmen insofern klarzustellen, als den Mitgliedstaaten ausdrücklich Handlungsspielraum beim Verbot oder bei der Beschränkung des Anbaus von GVO in all denjenigen Fällen eingeräumt wird, die nicht harmonisiert sind, das heißt die nicht auf der Bewertung der schädlichen Auswirkungen auf Gesundheit und Umwelt beruhen.
Het voorstel tracht dus duidelijkheid te brengen in het bestaande rechtskader, door de lidstaten uitdrukkelijk de ruimte te geven om de teelt van GGO’s te beperken of te verbieden in alle gevallen die niet zijn geharmoniseerd, d.w..z die geen verband houden met de beoordeling van het schadelijke effect op gezondheid en milieu.

Aber das Internet ist nicht deshalb dieser blühende Ort – und Sie haben anhand der ganzen E-Mails, die Sie zu diesem Vorschlag erhalten haben, erkennen können, wie dynamisch es ist –, das Internet gibt es nicht, weil wir die Aktivität im Internet eingeschränkt haben, es gibt es nicht, weil wir neue Geschäftsmodelle vorgeschrieben haben.
Het internet is een bloeiende gemeenschap – en u hebt aan de e-mails die u over dit voorstel hebt gekregen kunnen zien hoe dynamisch het is. Maar dat is het niet omdat wij activiteiten op het internet hebben beperkt of omdat we nieuwe bedrijfsmodellen hebben opgelegd, of omdat we mensen in hun activiteiten hebben belemmerd.

Europa kann es sich nicht leisten, sein Potenzial ungenutzt zu lassen. Deshalb legen wir heute 50 Vorschläge vor, die bis 2012 in Kraft treten sollen, damit der Binnenmarkt noch besser funktioniert.“
Daarom presenteert de Commissie vandaag 50 voorstellen die tegen 2012 moeten worden gerealiseerd om de interne markt beter te doen functioneren".

Der Vorschlag sollte deshalb auch nicht als der Versuch einer "Renationalisierung" der Agrarbeihilfen missverstanden werden.
Het is dan ook volkomen verkeerd om te denken dat het voorstel in de richting van een "renationalisatie" van de steunverlening aan de landbouwers gaat.

Auch wenn die Maßnahmen der Regierung des Vereinigten Königreichs ein Schritt in die richtige Richtung sind, ist es damit noch nicht getan. Deshalb wird das Vereinigte Königreich in der heute erlassenen Entscheidung aufgefordert, weitere Vorschläge für die Bekämpfung der BSE auf nationaler Ebene vorzulegen.
In dit verband zijn de door de regering van het Verenigd Koninkrijk reeds genomen maatregelen een stap in de goede richting, maar is verdere actie nodig. Daarom wordt het Verenigd Koninkrijk in het vandaag genomen besluit verzocht aanvullende voorstellen ter bestrijding van BSE in het VK in te dienen.

Die deutsche Seite vertritt die Auffassung, daß sie aufgrund der im Vertrag von 1954 enthaltenen Bestimmungen über die Inländerbehandlung von der Anwendung des Artikels 29 der sogenannten Sektorenrichtlinie der EG ausgenommen ist, und daß sie deshalb auch nicht verpflichtet ist, den Vorschlag über Repressalien der Gemeinschaft als Antwort auf die von den USA im Bereich des öffentlichen Beschaffungswesens verhängten Sanktionen mitzutragen.
Beknopt samengevat zijn zij van oordeel dat zij, op grond van de bepalingen van de Overeenkomst van 1954 inzake nationale behandeling, artikel 29 van de EG-Richtlijn "Nutsbedrijven" en het voorstel van de EG voor tegenmaatregelen in antwoord op de sancties van de VS inzake overheidsopdrachten niet kunnen toepassen.