2. Die Aufgaben und Befugnisse der gemeinsamen Kontrollinstanz legt der Rat nach Artikel 34 Absatz 2 Buchstabe c des Vertrags über die Europäische Union fest, und zwar spätestens 12 Monate nach Inkrafttreten des vorliegenden Rahmenbeschlusses .
2. De taken en de bevoegdheden van de gemeenschappelijke toezichthoudende autoriteit worden door de Raad vastgelegd volgens artikel 34, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie, uiterlijk 12 maanden na de inwerkingtreding van dit kaderbesluit.