Vertaling van "vorliegende rechtssache ohne " (Duits → Nederlands) :

50 Der von mehreren Streithelfern angeführte Umstand schließlich, dass andere ähnliche Abkommen oder Verordnungen der Gemeinschaft auf die Artikel 130s EWG-Vertrag oder EG-Vertrag oder auf Artikel 175 EG gestützt seien, ist für die vorliegende Rechtssache ohne jede Bedeutung.
50 De door verschillende interveniënten vermelde omstandigheid dat andere, soortgelijke communautaire overeenkomsten of verordeningen op de artikelen 130 S EEG‑ of EG-Verdrag dan wel op artikel 175 EG berusten, is in het kader van de onderhavige zaak volstrekt irrelevant.

Insofern die klagenden Parteien den Verstoss gegen diese Bestimmungen in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung geltend machen, stellt der Hof, ohne dass geprüft werden muss, ob diese Bestimmungen auf die vorliegende Rechtssache Anwendung finden, fest, dass die klagenden Parteien keinerlei Argument anführen, das sich von denjenigen unterscheidet, die sie aus den Verfassungsbestimmungen, mit denen sie diese Bestimmungen kombinieren, ableiten.
In zoverre de verzoekende partijen de schending aanvoeren van die bepalingen, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, stelt het Hof vast, zonder dat het nodig is te onderzoeken of die bepalingen op de in het geding zijnde zaak van toepassing zijn, dat de verzoekende partijen geen enkel argument aanvoeren dat verschilt van die welke ze afleiden uit de grondwetsbepalingen waarmee zij die bepalingen combineren.

Was schliesslich die Bezugnahme im ersten Teil des ersten Klagegrunds auf Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention betrifft, stellt der Hof fest, ohne dass es notwendig wäre, zu prüfen, ob diese Bestimmung auf die vorliegende Rechtssache anwendbar ist, dass die klagenden Parteien daraus keinerlei Argument ableiten, welches sich von jenen Argumenten unterscheiden würde, die sie aus den von ihnen angeführten Verfassungsbestimmungen ableiten.
Wat betreft ten slotte de verwijzing in het eerste onderdeel van het eerste middel naar artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stelt het Hof vast, zonder dat het nodig is te onderzoeken of die bepaling toepasbaar is op de in het geding zijnde zaak, dat de verzoekende partijen daaruit geen enkel argument afleiden dat verschilt van die welke ze uit de door hen aangevoerde grondwetsbepalingen afleiden.