Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «vorlegenden richter angefochtene » (Allemand → Néerlandais) :

Der vor dem vorlegenden Richter angefochtene königliche Erlass ist in Anwendung von Artikel 147 Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 ergangen.

Het voor de verwijzende rechter bestreden koninklijk besluit is genomen met toepassing van artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013.


Der Ministerrat ist sodann der Auffassung, dass die zweite und die dritte Vorabentscheidungsfrage keine Antwort erforderten, insofern sie sich auf die Artikel 100/1 und 100/2 des Gerichtsgesetzbuches bezögen, da der vor dem vorlegenden Richter angefochtene königliche Erlass nur auf Artikel 147 Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 fuße.

De Ministerraad is vervolgens van mening dat de tweede en de derde prejudiciële vraag geen antwoord behoeven in zoverre zij de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek beogen, daar het voor de verwijzende rechter bestreden koninklijk besluit alleen steunt op artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013.


Als der vor dem vorlegenden Richter angefochtene Beschluss gefasst wurde, bestimmte Artikel 11 desselben Gesetzes: « § 1.

Op het ogenblik van het aannemen van de voor de verwijzende rechter bestreden beslissing bepaalde artikel 11 van dezelfde wet : « § 1.


Im Übrigen geht aus der Streitsache vor dem vorlegenden Richter hervor, dass nur der Mechanismus der subsidiären Ernennung, durch den ein Richter, der an den Arbeitsgerichten Verviers und Eupen ernannt war und der die Bedingung in Bezug auf die Kenntnis der deutschen Sprache erfüllt, subsidiär am neuen Handelsgericht Eupen und am Gericht erster Instanz Eupen ernannt wird, angefochten wird.

Uit het geschil voor de verwijzende rechter blijkt overigens dat alleen het mechanisme van de benoeming in subsidiaire orde in het geding is, mechanisme waarmee een rechter die benoemd was in de Arbeidsrechtbanken te Verviers en te Eupen en die voldoet aan de voorwaarde inzake de kennis van de Duitse taal, in subsidiaire orde wordt benoemd in de nieuwe Rechtbank van Koophandel te Eupen en in de Rechtbank van eerste aanleg te Eupen.


Die Berufungsklägerin vor dem vorlegenden Richter führt an, dass es dem Gerichtshof nicht obliege, über « theoretische, hypothetische, nicht bestehende und/oder virtuelle » Fragen zu befinden; da die angefochtene Entscheidung und die Schriftstücke bezüglich der Anfechtung tatsächlich bei der Kanzlei des Appellationshofes durch den Ständigen Ausschuss hinterlegt worden seien, müsse die Vorabentscheidungsfrage für unzulässig erklärt werden.

De appellante voor de verwijzende rechter voert aan dat het niet aan het Hof staat zich uit te spreken over « theoretische, hypothetische, onbestaande en/of virtuele » vragen : aangezien de bestreden beslissing en de stukken met betrekking tot de betwisting wel degelijk ter griffie van het hof van beroep zouden zijn neergelegd door de bestendige deputatie, zou de prejudiciële vraag onontvankelijk moeten worden verklaard.


Artikel 2 des Gesetzes vom 24. Juli 2008 hat zur Folge, dass der Gemeindezuschlagsteuer, die durch die Steuerpflichtigen, die den vorlegenden Richter befasst haben, angefochten wird, Gesetzeskraft verliehen wird; er deckt die Ungesetzlichkeit der Steuer und macht somit « die Beschwerde bezüglich der Rückwirkung gegenstandslos », die durch die Rechtsmittel gegen diese ungesetzliche Steuer erhoben worden ist (Parl. Dok., Kammer, 2007-2008, DOC 52-1276/001, SS. 6 und 8).

Artikel 2 van de wet van 24 juli 2008 heeft tot gevolg dat het aan de aanvullende gemeentebelasting die wordt betwist door de belastingplichtigen die de verwijzende rechter hebben aangezocht, een wetgevende waarde verleent; het dekt de onwettigheid van de belasting en maakt dus « de grief inzake de terugwerkende kracht zonder voorwerp », die wordt aangevoerd door de tegen die onwettige belasting ingeleide voorzieningen (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-1276/001, pp. 6 en 8).


Die Verbindung beider Urteile Nr. 62/94 vom 14. Juli 1994 und Nr. 66/2003 vom 14. Mai 2003 veranlasst den vorlegenden Richter, den Hof zu fragen, ob ein Verstoss gegen die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung vorliege, da die Rechtsprechung des Hofes dazu führe, dass der Richter bei der Beurteilung der Klage auf Nichtigkeitserklärung der Anerkennung eines minderjährigen, nicht für mündig erklärten Kindes unter fünfzehn Jahren, dessen Mutter unbekannt, verstorben oder ausserstande ist, ihren Willen zu äussern, durch einen Mann, bei dem nicht angefochten ...[+++]

De combinatie van beide arresten nr. 62/94 van 14 juli 1994 en nr. 66/2003 van 14 mei 2003 brengt de verwijzende rechter ertoe het Hof te vragen of er sprake is van een schending van de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, vermits de rechtspraak van het Hof ertoe leidt dat de rechter bij het beoordelen van de vordering tot vernietiging van de erkenning van een minderjarig, niet ontvoogd kind, jonger dan vijftien jaar, van wie de moeder onbekend, overleden dan wel in de onmogelijkheid is haar wil te kennen te geven, door ee ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vorlegenden richter angefochtene' ->

Date index: 2025-08-20
w