Unter Berücksichtigung der Erwägungen in B
.14 kann jedoch nur dann, wenn einerseits die « zu zahlenden Beiträge » im Sinne von Artikel 35 § 3 nur unbezahlte Beiträge, Beitragszuschläge und Verzugszinsen darstellen, u
nd andererseits der Betrag dieser unbezahlten Beiträge, Beitragszuschläge und Verzugszinsen nicht di
e in Artikel 35 § 3 vorgesehene Mindestgrenze erreicht, die Verbindung von Artikel 35 § 1 Absatz 3 mit Artikel 35 § 3 d
...[+++]azu führen, dass die Verurteilung von Amts wegen zur Bezahlung der Beiträge, Beitragszuschläge und Verzugszinsen eine strafrechtliche Beschaffenheit erlangt.
Gelet op wat is vermeld in B.14, is het niettemin enkel wanneer, enerzijds, de « te betalen bijdragen » bedoeld in artikel 35, § 3, slechts bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten zijn die niet werden gestort en, anderzijds, het bedrag van die onbetaalde bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten lager is dan het minimumbedrag van artikel 35, § 3, dat de combinatie van artikel 35, § 1, derde lid, en artikel 35, § 3, aan de ambthalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten een strafrechtelijke aard toekent.