Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vorgesehen sei könne " (Duits → Nederlands) :

Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 33 des Gesetzes vom 24. Juni 2013 über die kommunalen Verwaltungssanktionen (nachstehend: Gesetz vom 24. Juni 2013) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit der durch Artikel 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Unschuldsvermutung, vereinbar sei, insofern darin vorgesehen sei, dass die administrative Geldbuße, die wegen bestimmter Verkehrsverstöße auferlegt werden könne « bei Abwesenheit des Führers », jederzeit dem Inhaber des ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd bij artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 33 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna : de wet van 24 juni 2013) in zoverre daarin zou worden voorzien dat de administratieve geldboete die kan worden opgelegd wegens welbepaalde verkeersinbreuken, « bij afwezigheid van de bestuurder », te allen tijde ten laste wordt gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarme ...[+++]


Der vorlegende Richter ist im Wesentlichen der Auffassung, dass weder in Artikel 21 § 1 Absatz 3 des Dekrets vom 16. Januar 2004, noch in Artikel 22 § 1 Absatz 3 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 vorgesehen sei, dass eine Gemeinde der Region Brüssel-Hauptstadt die Honorare und Kosten des vom Standesbeamten beauftragten Arztes von einer Gemeindeverwaltung einer Gemeinde der Flämischen Region zurückfordern könne, da es sich in den ihm unterbreiteten Fällen um Personen handele, die in einer anderen Region verstorben ...[+++]

De verwijzende rechter is in essentie van oordeel dat noch artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet van 16 januari 2004, noch artikel 22, § 1, derde lid, van de wet van 20 juli 1971 erin voorziet dat een gemeente van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest het ereloon en de onkosten van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand aangestelde geneesheer van een gemeentebestuur van een gemeente van het Vlaamse Gewest kan terugvorderen, aangezien het in de hem voorgelegde gevallen om overlijdens van personen gaat in een ander gewest dan waar zij zijn gedomicilieerd.


Wenn der Beschwerdegrund in dem Sinne zu verstehen ist, dass eine Beeinträchtigung der Rechte der Verteidigung geltend gemacht wird, indem in den angefochtenen Bestimmungen nicht vorgesehen sei, dass man die schriftlichen Anmerkungen der intervenierenden Parteien erwidern könne, erfordert die Achtung der Rechte der Verteidigung es nicht, dass jede Partei auf jeden Schriftsatz der anderen Parteien antworten kann; Artikel 34 § 5 bestimmt überdies, dass, bevor das Gericht urteilt, eine Sitzung über die Behebung anberaumt wird, in der al ...[+++]

Indien de grief in die zin moet worden begrepen dat hij een aantasting van de rechten van de verdediging verwijt doordat de bestreden bepalingen niet erin voorzien dat men kan repliceren op de schriftelijke opmerkingen van de tussenkomende partijen, vereist de inachtneming van de rechten van verdediging niet dat elke partij op elke memorie van de andere partijen kan antwoorden; artikel 34, § 5, bepaalt bovendien dat, voordat het rechtscollege zich uitspreekt, een zitting wordt georganiseerd over het herstel, gedurende welke alle partijen, in voorkomend geval, hun standpunt nog kunnen geven.


Nach Darlegung der klagenden Partei in der Rechtssache Nr. 5509 sei das angefochtene Gesetz nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikel 4, mit den Artikeln 6, 13 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, insofern einerseits nicht festgelegt werde, welche Bestandteile des Gesetzes vom 19. Juli 2012 als « wesentlich » im Sinne von Artikel 157bis der Verfassung anzusehen seien, und andererseits die Möglichkeit, die im angefochtenen Artikel 52 des Gesetzes vorgesehen sei, sich ...[+++]

Volgens de verzoekende partij in de zaak nr. 5509 is de bestreden wet niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 4 ervan, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre, enerzijds, niet wordt bepaald welke elementen van de wet van 19 juli 2012 dienen te worden beschouwd als zijnde « essentieel » in de zin van artikel 157bis van de Grondwet en, anderzijds, de mogelijkheid waarin het bestreden artikel 52 van de wet voorziet om een beroep te doen op artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek verheven ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung, insofern sie durch das Gesetz vom 26. Dezember 2013 mit Wirkung zum 1. Januar 2014 aufgehoben worden sei, ohne dass eine Übergangsregelung vorgesehen worden sei, vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem ein Arbeiter, der im Zeitraum vom 9. Juli bis zum 31. Dezember 2013 entlassen worden sei, keinen Anspruch auf die in dieser Bestimmung vorgesehene Kündigungsfrist erheben könne, während diese Regelung wohl für Angestellte gelte.

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling, voor zover zij bij de wet van 26 december 2013 met ingang van 1 januari 2014 werd opgeheven zonder dat in een overgangsregeling werd voorzien, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een arbeider die werd ontslagen in de periode van 9 juli tot 31 december 2013 geen aanspraak kan maken op de opzeggingstermijn vervat in die bepaling, terwijl bedienden wel onder die regeling vallen.


Mit den ersten zwei Teilen der zweiten präjudiziellen Frage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan zu erfahren, ob Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 mit Artikel 134 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 § 1 I Nr. 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen vereinbar sei, indem einerseits eine Verwaltungsbehörde jederzeit eine « Wiederherstellungsklage » einreichen könne, während der flämische Dekretgeber für solche Klagen eine Verjährungsfrist vorgesehen ...[+++]

Met de eerste twee onderdelen van de tweede prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege te vernemen of artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 in overeenstemming is met artikel 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, doordat, enerzijds, een administratieve overheid te allen tijde een « herstelvordering » kan inleiden, terwijl de Vlaamse decreetgever voor dergelijke vorderingen heeft voorzien in een verjaringstermijn op grond van zijn bevoegdheid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening (eerste onderdeel), en anderzijds, e ...[+++]


Aus dem Gegenstand der vor dem vorlegenden Richter anhängigen Streitsache geht hervor, dass der Hof im Wesentlichen gefragt wird, ob das Gesetz vom 9. April 1930 zum Schutz der Gesellschaft vor Anormalen, Gewohnheitsstraftätern und bestimmten Sexualstraftätern mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, indem darin nicht vorgesehen sei, dass die Kommission zum Schutz der Gesellschaft eine « geeignete Einrichtung » im Sinne von Artikel 14 Absatz 2 des Gesetzes vom 9. April 1930 zur Aufnahme eines Häftlings verpflichten ...[+++]

Uit het onderwerp van het voor de verwijzende rechter hangende geschil blijkt dat het Hof in essentie wordt gevraagd of de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat niet erin is voorzien dat de commissie tot bescherming van de maatschappij een « geschikte instelling », zoals bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet van 9 april 1930, kan verplichten tot het opnemen van een geïnt ...[+++]


74 Das dritte Verfahren, das in Artikel 27 Absatz 4 vorgesehen sei, betreffe Ausnahmefälle, in denen die zeitweilige Aussetzung der Zahlung der Vergütungen für die Mitglieder vom Präsidium beschlossen werden könne.

74 De derde procedure, waarin artikel 27, lid 4, voorziet, heeft betrekking op uitzonderlijke gevallen waarin het bureau kan besluiten tot de tijdelijke opschorting van de betaling van parlementaire vergoedingen.


74 Das dritte Verfahren, das in Artikel 27 Absatz 4 vorgesehen sei, betreffe Ausnahmefälle, in denen die zeitweilige Aussetzung der Zahlung der Vergütungen für die Mitglieder vom Präsidium beschlossen werden könne.

74 De derde procedure, waarin artikel 27, lid 4, voorziet, heeft betrekking op uitzonderlijke gevallen waarin het bureau kan besluiten tot de tijdelijke opschorting van de betaling van parlementaire vergoedingen.


Wenn man die Ausnahmen von der regionalen Zuständigkeit im Bereich der Energiepolitik lese und diese mit dem vergleiche, was in Artikel 6 § 1 II Nr. 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 vorgesehen sei, könne man nicht den von der Flämischen Regierung geltend gemachten Unterschied feststellen.

Wanneer men de uitzonderingen leest op de gewestbevoegdheid inzake energiebeleid en die vergelijkt met hetgeen is bepaald in artikel 6, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, kan men daarbij niet komen tot het verschil dat de Vlaamse Regering aanvoert.


w