4.2.3. Der Abstand zwischen den beiden senkrechten Ebenen, die parallel zur Längsmittelebene des Fahrzeugs und jeweils durch eine der beiden unteren effektiven Verankerungen (L1 und L2) eines Gurtes verlaufen, darf nicht weniger als 350 mm betragen.
4.2.3. De afstand tussen de twee verticale vlakken die evenwijdig zijn aan het middenlangsvlak van het voertuig en die elk door één van de twee effectieve bevestigingspunten (L1 en L2) onder voor een zelfde gordel lopen, mag niet minder dan 350 mm bedragen.