Im Verlauf der Prüfung müssen die Mindestabstände für die in Nummer 1.4.3 vorgeschriebenen unteren effektiven Verankerungspunkte für Sicherheitsgurte und die in Nummer 1.5.3.5 festgelegte Mindesthöhe für die oberen effektiven Verankerungspunkte für Sicherheitsgurte eingehalten werden.
Gedurende de test moeten de in punt 1.4.3 vastgestelde minimumafstanden voor de effectieve verankeringspunten onderaan en de in punt 1.5.3.5 vastgestelde minimumhoogte van de effectieve verankeringspunten bovenaan worden gehandhaafd.