3. ist der Auffassung, dass die Zurückstellung der Hilfe für Fälle vorbehalten sein sollte, in denen die Regierungen entweder nichts gegen anhaltende Verletzungen der grundlegenden allgemeinen Menschen-, Frauen- und Kinderrechte unternehmen und keine Anzeichen für Verbesserungen bestehen, oder in denen sie unmittelbar solche Verletzungen begehen;
3. is van mening dat inhouding van bijstand beperkt dient te blijven tot gevallen waarin aanhoudende schendingen van de universele rechten van mannen, vrouwen en kinderen niet door de overheid worden aangepakt, of deze rechten door de overheid zelf worden geschonden;