Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "urteil nr 75 2000 " (Duits → Nederlands) :

Der Hof erkannte in seinem Urteil Nr. 75/2000 vom 21. Juni 2000, dass die Artikel 49 und 53 Nr. 1 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen, indem die durch eine frühere berufliche Tätigkeit bedingten, allerdings erst nach deren Einstellung getragenen Kosten und Aufwendungen nicht abzugsfähig sind.

Het Hof oordeelde in zijn arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 dat de artikelen 49 en 53, 1°, van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn.


Außerdem wurde mit dem kollektiven Arbeitsabkommen Nr. 75 über Kündigungsfristen für Arbeiter, das am 1. Januar 2000 in Kraft getreten ist, ebenfalls eine Abweichung zu Artikel 59 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 eingeführt, indem die im Falle der Kündigung eines Arbeiters entsprechend seinem Dienstalter einzuhaltende Kündigungsfrist verlängert wurde.

Bovendien heeft de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden, in werking getreden op 1 januari 2000, eveneens een afwijking ingevoerd van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 door de opzeggingstermijn in geval van ontslag van een arbeider te verlengen volgens diens anciënniteit.


Bezüglich der flämischen Dekrete vom 19. Dezember 1998 und vom 22. Dezember 1999 zur Festlegung verschiedener Massnahmen zur Begleitung des Haushalts, die bestimmen, dass denjenigen, die den Strassenbelag beschädigen, eine administrative Geldbusse von 100 bis 750 Franken für gewisse Taten auferlegt werden kann, und eine strafrechtliche Geldbusse von 100 bis 75.000 Franken für andere Taten, hat der Hof erkannt, dass der Dekretgeber angesichts dessen, dass er beschlossen hat, den Betrag der administrativen Geldbusse auf den Mindestsatz der strafrechtlichen Geldbusse festzulegen, im Gegenzug keine mildernden Umstände zulassen musste, damit diese Geldbusse ihre abschreckende Wirkung behielt (Urteil ...[+++]

Wat betreft de Vlaamse decreten van 19 december 1998 en 22 december 1999 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting, die bepalen dat diegenen die het wegdek beschadigen een administratieve geldboete van 100 tot 750 frank kan worden opgelegd voor sommige feiten, en een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 75 000 frank voor andere feiten, heeft het Hof geoordeeld dat, aangezien de decreetgever beslist het bedrag van de administratieve geldboete vast te stellen op het minimale tarief van de strafrechtelijke geldboete, hij vermocht geen verzachtende omstandigheden toe te laten opdat de geldboete haar ontradend karakter zou behouden (arrest nr. 127/2000 van 6 dec ...[+++]


- wenn dieses Verfahren für unbestimmte Zeit ausgesetzt wurde in Erwartung der Antwort auf die durch einen anderen Richter (Urteil Nr. 126/2000, B.1.2) oder durch denselben Richter in einer anderen Rechtssache (Urteil Nr. 55/99, B.1.2; Urteil Nr. 57/2002, A.1; Urteil Nr. 141/2006, B.3.2) dem Hof vorgelegte präjudizielle Frage;

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;


- wenn dieses Verfahren für unbestimmte Zeit ausgesetzt wurde in Erwartung der Antwort auf die durch einen anderen Richter (Urteil Nr. 126/2000, B.1.2) oder durch denselben Richter in einer anderen Rechtssache (Urteil Nr. 55/99, B.1.2; Urteil Nr. 57/2002, A.1; Urteil Nr. 141/2006, B.3.2) dem Hof vorgelegte präjudizielle Frage;

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;


Der Gerichtshof weist in ständiger Rechtsprechung Rügen, die gegen nichttragende Gründe eines Urteils des Gerichts gerichtet sind, ohne Weiteres zurück, da sie nicht zur Aufhebung dieses Urteils führen können und daher ins Leere gehen (vgl. u. a. Urteile vom 2. September 2010, Kommission/Deutsche Post, C‑399/08 P, Slg. 2010, I‑0000, Randnr. 75, und vom 29. März 2011, Anheuser-Busch/Budějovický Budvar, C‑96/09 P, Slg. 2011, I‑0000, Randnr. 211 und die dort angeführte Rechtsprechung).

Volgens vaste rechtspraak wijst het Hof grieven tegen ten overvloede aangevoerde overwegingen van een arrest van het Gerecht zonder meer af, omdat zij niet tot vernietiging van dit arrest kunnen leiden en derhalve niet ter zake dienend zijn (zie onder meer arresten van 2 september 2010, Commissie/Deutsche Post, C‑399/08 P, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 75, en 29 maart 2011, Anheuser-Busch/Budějovický Budvar, C‑96/09 P, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 211 en aldaar aangehaalde rechtspraak).


Hinsichtlich des zweiten Klagegrundes – Verstoß gegen Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 – hat das Gericht in Randnr. 75 des Urteils T‑109/08 und Randnr. 74 des Urteils T‑110/08 insbesondere darauf verwiesen, dass die Beschwerdekammer des HABM im Rahmen ihrer eigentlichen Würdigung der Unterscheidungskraft der Anmeldemarken angenommen habe, dass die Farbe und die Mattierung des Flaschenglases für Schaumwein nicht „als Marke funktionieren“ könnten.

Wat het tweede middel betreft, ontleend aan schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 heeft het Gerecht onder meer opgemerkt, in respectievelijk de punten 75 en 74 van de arresten T‑109/08 en T‑110/08 dat, aangaande de eigenlijke beoordeling van het onderscheidend vermogen van de merken waarvan inschrijving werd verzocht, de kamer van beroep van het BHIM zich op het standpunt had gesteld dat de kleur en de mattering van het glas van de fles voor de mousserende wijn niet „als merk konden functioneren”.


Das Gericht hat in Randnr. 76 des Urteils T‑109/08 und Randnr. 75 des Urteils T‑110/08 hinzugefügt, dass Freixenet in diesem Zusammenhang zwar den eigentümlichen Charakter dieser Marken zum Zeitpunkt des 1. April 1996 geltend gemacht habe, den die Beschwerdekammer als solchen in den streitigen Entscheidungen nicht in Frage gestellt habe, dass aber eine solche Eigentümlichkeit nicht genüge, um die Unterscheidungskraft der Marken hinsichtlich der fraglichen Waren und der maßgeblichen Verkehrskreise zu begründen.

Het Gerecht heeft voorts in respectievelijk de punten 76 en 75 van de arresten T‑109/08 en T‑110/08 aangegeven dat Freixenet zich in die context had beroepen op de originaliteit van deze merken op 1 april 1996, hetgeen als zodanig niet door genoemde kamer van beroep is betwist in de litigieuze beslissingen.


Auszug aus dem Urteil Nr. 75/2000 vom 21. Juni 2000

Uittreksel uit arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000


* Der Anteil neuerer europäischer Werke unabhängiger Produzenten betrug für sämtliche Programme aller Art durchschnittlich 78,67 % (1999) bzw. 80,75 % (2000). Dies entspricht einer Zunahme von 2,08 Prozentpunkten.

Het gemiddelde voor Europese producties van onafhankelijke producenten gereserveerde aandeel van alle kanalen van alle categorieën bedroeg 78,67 % in 1999 en 80,75 % in 2000, ofwel een stijging met 2,08 procentpunt.




Anderen hebben gezocht naar : seinem urteil     urteil nr 75 2000     januar     wirkung behielt urteil     urteil nr 127 2000     urteil     urteil nr 126 2000     gründe eines urteils     september     des urteils     aus dem urteil     der anteil     urteil nr 75 2000     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'urteil nr 75 2000' ->

Date index: 2024-04-22
w