« Verstösst Artikel 759 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass es den Zuhörern und Angeklagten verboten ist, den Sitzungen beizuwohnen, wenn sie eine Kopfbedeckung tragen, und zwar auch dann, wenn diese Kopfbedeckung eine Äusserung ihrer religiösen Uberzeugung ist?
« Schendt artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het de toehoorders en beklaagden verboden is de zittingen bij te wonen wanneer zij een hoofddeksel dragen, ook wanneer dit hoofddeksel een uiting is van hun religieuze overtuiging ?