Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «unlogisch einen antidumpingantrag gegen solche » (Allemand → Néerlandais) :

Wenn der Wirtschaftszweig der Union die Strategie verfolgen würde, die eigene Biodieselherstellung durch die Produktion in Argentinien mit anschließender Einfuhr der fertigen Ware zu ersetzen, dann wäre es sinnlos und unlogisch, einen Antidumpingantrag gegen solche Einfuhren zu stellen.

Indien de strategie van de bedrijfstak van de Unie erop zou zijn gericht zijn biodieselproductie aan te vullen door in Argentinië te produceren en het eindproduct in te voeren, zou het onzinnig en onlogisch zijn om vervolgens een klacht tegen die invoer in te dienen.


Die vorgebrachten Beschwerdegründe laufen zusammengefasst hinaus auf einen Verstoß gegen: - den Gleichheitsgrundsatz, indem ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde (1) zwischen den juristischen Personen des öffentlichen Rechts und den Privatpersonen, insofern die Erstgenannten von dem Verfahrensrisiko befreit würden, wenn sie im Allgemeininteresse aufträten, und insofern diese Befreiung nicht gegenseitig sei, was ebenfalls die Waffengleichheit verletze, (2) zwischen den Rechtsuchenden je nachdem, ob sie gege ...[+++]

De aangevoerde grieven komen samengevat neer op de schending van : - het gelijkheidsbeginsel, doordat een niet-verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld (1) tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de privépersonen, in zoverre de eerstgenoemden worden vrijgesteld van het procesrisico indien zij optreden in het algemeen belang, en in zoverre die vrijstelling niet wederkerig is, hetgeen tevens afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid, (2) tussen de rechtzoekenden, naargelang zij in het gelijk worden gesteld ten aanzien van een privépersoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon, (3) tussen de procespartijen voor de Raad van ...[+++]


« Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung, sowie gegen Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die Parteien in einem Verfahren auf Nichtigerklärung vor dem Verfassungsgerichtshof nicht dazu verpflichtet sind, einen Schriftsatz einzureichen, und bei Nichteinreichung eines Schriftsatzes kein mangelndes Interesse festgestellt wird, während in Verfahren vor dem Staatsrat auf Nichtigerklärung eines Entscheids des Rates für Genehmigungsstreitsachen ...[+++]

« Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, alsook artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die mate dat er op partijen in procedures tot nietigverklaring voor het Grondwettelijk Hof geen verplichting rust om een memorie in te dienen en dat bij het niet indienen van een memorie geen gebrek aan belang wordt vastgesteld, terwijl er in procedures tot nietigverklaring voor de Raad van State van een arrest van de Raad voor Vergunnin ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verst ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 25 ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelast ...[+++]


Da die Verjährung von Schadenersatzklagen wegen Verstößen gegen die Artikel 101 und 102 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union zum Zeitpunkt der Verfahren in der Streitsache vor dem vorlegenden Richter nicht Gegenstand einer Regelung der Europäischen Union war, obliegt es jedem Mitgliedstaat, Verfahrensregeln für solche Klagen festzulegen, wobei die betreffenden Vorschriften nicht weniger günstig ausgestaltet sein dürfen als die für Schadenersatzklagen wegen Verstoßes gegen nationale Wettbewerbsvorschriften und die ...[+++]

Aangezien de verjaring van vorderingen tot schadevergoeding uit inbreuken op de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ten tijde van de procedures in het geschil voor de verwijzende rechter niet het voorwerp van regelgeving van de Europese Unie uitmaakte, staat het aan elke lidstaat procedureregels voor dergelijke beroepen te bepalen, mits de betrokken regelingen niet ongunstiger zijn dan de bepalingen die ter zake gelden voor schadevorderingen wegens schending van de nationale mededingingsreg ...[+++]


In ihrem ersten Klagegrund bemängelt die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 5233, dass die angefochtene Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikel 151 und mit Artikel 28quater Absatz 1 des Strafprozessgesetzbuches, verstosse, insofern die Staatsanwaltschaft unter Missachtung ihrer Unabhängigkeit und ihrer Ermessensbefugnis nur einen Vergleich in Strafsachen in Bezug auf einen Verstoss gegen die Steuer- und Sozialgesetze, durch den Steuern oder Sozialbeiträge hätten hinterz ...[+++]

In haar eerste middel verwijt de verzoekende partij in de zaak nr. 5233 de bestreden bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 151 ervan en met artikel 28quater, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, te schenden, in zoverre het openbaar ministerie, ondanks zijn onafhankelijkheid en zijn beoordelingsbevoegdheid, slechts zou kunnen overgaan tot een minnelijke schikking in strafzaken in verband met een inbreuk op de fiscale en sociale wetten die het mogelijk heeft gemaakt de be ...[+++]


2. Beinhalten die Artikel 608 des Gerichtsgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass eine Entscheidung eines Prokurators des Königs bezüglich der Aufgaben eines Magistrats der Staatsanwaltschaft durch den Betroffenen vor dem Kassationshof mit einer Kassationsbeschwerde angefochten werden kann, und 14 § 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dahingehend ausgelegt, dass der Betroffene gegen eine solche Entscheidung keine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat erheben kann, einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 ...[+++]

2. Houden de artikelen 608 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie door de betrokkene voor het Hof van Cassatie bestreden kan worden met een voorziening in cassatie, en 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in die zin geïnterpreteerd dat de betrokkene tegen een dergelijke beslissing geen beroep tot nietigverklaring kan instellen bij de Raad van State, een ...[+++]


Beinhaltet Artikel 610 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1088 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass eine Entscheidung eines Prokurators des Königs bezüglich der Aufgaben eines Magistrats der Staatsanwaltschaft vor dem Kassationshof mit einer Nichtigkeitsklage angefochten werden kann, die nur der Generalprokurator beim Kassationshof auf Weisung des Ministers der Justiz erheben kann, und in Verbindung mit Artikel 14 § 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, dahingehend ausgelegt, dass der betroffene Magistrat der Staatsanwaltschaft gegen eine solche Entscheidung keine Nich ...[+++]

Houdt artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met artikel 1088 van hetzelfde wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie voor het Hof van Cassatie bestreden kan worden met een vordering tot nietigverklaring, welke alleen de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op voorschrift van de minister van Justitie, kan instellen, en in samenhang met artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in die zin geïnterpreteerd dat de betrokken magistraat van het openbaar m ...[+++]


« Verstossen die Bestimmungen von Artikel 56 Absatz 3 Nr. 1 des königlichen Erlasses vom 16. März 1968 zur Koordinierung der Gesetze über die Strassenverkehrspolizei, abgeändert durch Artikel 28 des Gesetzes vom 18. Juli 1990, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, weil sie einer nicht richterlichen Instanz die Befugnis erteilen, eine Strafsanktion im Sinne der Konvention zu verhängen, weil der Prokurator des Königs gleichzeitig als verfolgende Partei und als Richter auftritt und ohne öffentlichen Prozess, ohne Angabe von Gründen und ohne An ...[+++]

« Schenden de bepalingen van artikel 56, derde lid, 1°, van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, vervangen bij artikel 28 van de wet van 18 juli 1990, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen of gelezen in samenhang met artikel 6, 1°, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, omdat zij aan een niet-rechterlijke instantie de bevoegdheid toekennen om een strafsanctie in de zin van het Europees Verdrag op te leggen, omdat de procureur des Konings tegelijkertijd optreedt als vervolgende partij en als rechter en dit zond ...[+++]


w