(2) Unter Wahrung des Gemeinschaftsrechts darf eine Marke, die vor dem Zeitpunkt des Antrags auf Eintragung der U
rsprungsbezeichnung oder der geographischen Angabe in gutem Glauben eingetragen worden ist und auf die einer der in Artikel 13 aufgeführten Tatbestände zutrifft, ungeachtet der Eintragung der U
rsprungsbezeichnung oder der geographischen Angabe weiter verwendet werden, wenn die Marke nicht einem der in Artikel 3 Absatz 1 Buchstaben c) und g) und Artikel 12 Absatz 2 Buchstabe b) der Richtlinie 89/104/EWG des Rates vom 21. De
...[+++]zember 1988 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Marken (6) genannten Gründe für die Ungültigkeit oder den Verfall unterliegt.2. Met inachtneming van het Gemeenschapsrecht kan een merk dat overeenkomt met een van de in artikel 13 vermelde situaties en dat te goeder trouw is geregistreerd vóór de datum van indiening van het verzoek om registratie van de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding, ondanks de registratie van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding verder worden gebruikt wanneer er geen gronden voor nietigheid of vervallenverklaring, respectievelijk bedoeld in Eerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten (6), artikel 3, lid 1, onder c) en onder g), en in
artikel 12, lid 2, onder b), van toepas ...[+++]sing zijn op het merk.