14. ist der Auffassung, dass ein Dialog in der Form, in der ihn das für Wettbewerb zuständige Mitglied der Kommission führt, keine wirkliche demo
kratische Kontrolle durch das Parlament ersetzen kann; betont, dass die parlame
ntarische Kontrolle umso wichtiger ist, als die Wettbewerbspolitik der Kommission die Möglichkeit verleiht, Beschlüsse demokratisch gewählter nationaler und lokaler Gremien zu überwachen; betont zudem, dass der Dialog zwischen der Kommission, den Mitgliedstaaten, den lokalen und regionalen Be
...[+++]hörden sowie der Zivilgesellschaft verbessert werden muss; 14. is van mening dat het soort dialoog dat de commissaris voor mededinging aangaat, een reële democratische controle door het Parlement niet kan vervangen; benadrukt dat parlementaire controle eens te meer belangrijk is omdat de Commissie in het kader van het mededingingsbeleid toezicht uitoefent op besluiten van democratisch gekozen nationale en lokale overheden; benadrukt tevens de noodzaak om een betere dialoog tot stand te brengen tussen de Commissie, de lidstaten, lokale en regionale overheden en het maatschappelijk middenveld;