22. verweist auf die Entscheidung des Europäischen Bürgerbeauftragen im Fall OI/8/2014/AN betreffend die Wahrung der Grundrechte bei der Umsetzung der EU-Kohäsionspolitik; betont nachdrücklich, dass die Kohäsionsprogramme aller Mitgliedstaaten die Charta der Grundrechte in vollem Umfang einhalten müssen; stimmt zu, dass der Zivilgesellschaft, einschließlich Frauenorganisationen, ein Forum zur Verfügung gestellt werden sollte, um Missbräuche von Geldern und Verletzungen der Charta melden zu können;
22. herinnert aan het besluit van de Europese ombudsman in zaak OI/8/2014/AN betreffende de eerbiediging van de grondrechten bij de tenuitvoerlegging van het EU-cohesiebeleid; benadrukt met klem dat alle cohesieprogramma's van de lidstaten volledig in overeenstemming moeten zijn met het Handvest van de grondrechten; is het ermee eens dat het maatschappelijk middenveld, waaronder vrouwenorganisaties, een platform moet krijgen voor het melden van misbruik van fondsen en schendingen van het Handvest;