50. begrüßt die einschlägige Tätigkeit des Europarates, insbesondere des Berichterstatters seines Ausschusses für Recht und Menschenrechte, sowie die zwischen dem Europarat und dem Nichtständigen Ausschuss begründete Zusammenarbeit;
50. is verheugd over het optreden van de Raad van Europa, met name van dat van de rapporteur van zijn Commissie juridische zaken en mensenrechten, en over de samenwerking tussen de Raad van Europa en de Tijdelijke Commissie;