Der wesentliche Gegenstand der Zuwiderhandlung geht aus der
Erklärung eines der Teilnehmer hervor, dass „ein Ko
ntakt zwischen Wettbewerbern mindestens
seit Mitte der 90er Jahre jeweils vor, während und nach einer Erhöhung der Preise für Kautschukchemikalien
bestanden hat oder dass zumindest versucht wurde, diesen
Kontakt ...[+++] herzustellen.“
De kern van deze inbreuk wordt weergegeven in de beschrijving die door een van de deelnemers werd gemaakt: "ten minste vanaf medio jaren negentig vonden er vóór, tijdens en na elke prijsverhoging voor rubber chemicaliën contacten plaats tussen de concurrenten of was er minstens een poging om een dergelijk contact tot stand te brengen".