7. nimmt den Vorschlag zum Haushalts- und Finanzrahmen zur Kenntnis und behält sich seine endgültige Position so lange vor, bis es sämtliche Elemente des Vorschlags sorgfältig analysiert hat; macht zusammen mit dem Rat darauf aufmerksam, dass im Hinblick auf die Eingrenzung der Ausgaben Nummer 21 der Interinstitutionellen Vereinbarung vom 6. Mai 1999 Anwendung findet; bedauert, dass kurzfristige Cashflow-Fazilitäten unbedingt erforderlichen langfristigen Investitionen in den Bereichen Strukturpolitik und ländliche Entwicklung vorgezogen wurden;
7. neemt nota van het voorstel voor een begrotings- en financieel kader en zal pas een definitief standpunt formuleren na een zorgvuldige beoordeling van alle elementen van het voorstel; wijst er samen met de Raad op dat met betrekking tot de beperking van de uitgaven punt 21 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 van toepassing is; betreurt dat de voorkeur is gegeven aan liquiditeitsfaciliteiten voor de korte termijn boven in hoge mate noodzakelijke langetermijninvesteringen in structureel beleid en plattelandsontwikkeling;