Der Rat beschließt als einen ersten Schritt, dass die gegen den Präsidenten, die Vizepräsidenten und Kabinettsmitglieder sowie gegen die Sprecher beider Kammern des Parlaments verhängten restriktiven Maßnahmen (Visumverbot) ausgesetzt werden sollten, und beauftragt die zuständigen Gruppen des Rates, diesen Beschluss umzusetzen und weitere Schritte zu prüfen.
De Raad besluit als eerste stap dat de beperkende maatregelen (het visumverbod) ten aanzien van de president, de vicepresidenten, de kabinetsleden en de voorzitters van de beide Kamers van het Parlement moeten worden opgeschort, en draagt de bevoegde groepen op daar uitvoering aan te geven en verdere stappen in overweging te nemen.