Traduction de «sie haben klug gehandelt » (Allemand → Néerlandais) :

Gegen Personen, die für die Einleitung von Schadstoffen verantwortlich sind, können strafrechtliche Sanktionen verhängt werden, wenn sie vorsätzlich, leichtfertig* oder grob fahrlässig gehandelt haben.
De personen verantwoordelijk voor het lozen van vervuilende stoffen kunnen aan strafrechtelijke sancties worden onderworpen indien ze met opzet of roekeloos* hebben gehandeld of schuldig zijn aan ernstige nalatigheid.

Nach Artikel 6 dürfen die natürlichen und juristischen Personen, die die restriktiven Maßnahmen anwenden, nicht haftbar gemacht werden, es sei denn, sie haben fahrlässig gehandelt.
Het bepaalde in artikel 6 van het voorstel ontslaat de natuurlijke en rechtspersonen die beperkende maatregelen uitvoeren van hun aansprakelijkheid, behoudens in geval van nalatigheid.

Um für Transparenz zu sorgen, sollten die Betreiber eines geregelten Marktes, eines multilateralen oder eines organisierten Handelssystems ihrer zuständigen Behörde unverzüglich ausführliche Angaben zu den Finanzinstrumenten übermitteln, die sie zum Handel zugelassen haben, für die ein Antrag auf Zulassung zum Handel gestellt wurde oder die auf ihrem Handelsplatz gehandelt wurden.
Met het oog op transparantie moeten operatoren van een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF hun bevoegde autoriteit onverwijld in kennis stellen van de details van de financiële instrumenten die zij tot de handel hebben toegelaten, waarvoor een verzoek om toelating tot de handel is ingediend of die op hun handelsplatform zijn verhandeld.

« Verstoßen die Artikel 30 und 31 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 [ über das Recht auf soziale Eingliederung ] und Artikel 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 [ über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung ] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es Personen, die in betrügerischer Absicht gehandelt haben, nicht ermöglichen, wenn sie vor dem Arbeitsgericht einen Verwaltungsbeschluss, mit dem ihnen die Sanktion des Ausschlusses auferlegt wird und der in Anwendung von Artikel 30 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 gefasst wird, anfechten, den Aufschub der Strafvollstreckung zu genießen, während ihnen, wenn sie wegen desselben Verstoßes vor dem Korrektionalgericht verfolgt werden, diese Maßnahme in Anwendung des Gesetzes vom 29. Juni 1964 gewährt werden kann?
« Schenden de artikelen 30 en 31 van de wet van 26 mei 2002 [ betreffende het recht op maatschappelijke integratie ] en artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 [ betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer zij voor hetzelfde verzuim voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, hun die maatregel kan worden toegekend met toepassing van de wet van 29 juni 1964 ?

Da die Verordnung (EG) Nr. 1082/2006 nicht für Drittländer gelten kann, sollte der Mitgliedstaat, in dem der vorgeschlagene Sitz des EVTZ liegen soll, bei der Genehmigung der Teilnahme potenzieller Mitglieder aus Drittländern, die auf der Grundlage des Rechts dieser Drittländer gegründet wurden, in Konsultation mit den Mitgliedstaaten, nach deren Recht andere potenzielle Mitglieder des EVTZ gegründet wurden, sich vergewissern, dass die Drittländer Bedingungen und Verfahren angewendet haben, die den Bestimmungen der Verordnung (EG) Nr. 1082/2006 entsprechen oder im Einklang mit den internationalen bilateralen oder multilateralen Vereinbarungen gehandelt haben, die die Mitgliedstaaten des Europarats – ob sie nun Mitgliedstaaten der Union sind oder nicht – auf Grundlage des Europäischen Rahmenübereinkommens über die grenzüberschreitende Zusammenarbeit zwischen Gebietskörperschaften oder Behörden, unterzeichnet in Madrid am 21. Mai 1980, und der hierzu angenommenen Zusatzprotokolle geschlossen haben.
Aangezien Verordening (EG) nr. 1082/2006 niet kan worden toegepast in derde landen, dient de lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn zich er, bij goedkeuring van deelname van kandidaat-leden uit derde landen, die zijn opgericht op grond van het recht van die derde landen, van te vergewissen, in overleg met die lidstaten krachtens wiens recht andere kandidaat-leden van de EGTS zijn opgericht, dat die landen voorwaarden en procedures hebben toegepast die vergelijkbaar zijn met die van Verordening (EG) nr. 1082/2006 of zijn opgetreden in overeenstemming met internationale bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de Raad van Europa, ongeacht of dit ook lidstaten van de Unie zijn, op basis van de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, getekend in Madrid op 21 mei 1980, en de aanvullende protocollen die op grond daarvan zijn goedgekeurd.

« Verstossen die Artikel 30 und 31 des Gesetzes vom 26hhhhqMai 2002 [über das Recht auf soziale Eingliederung] und Artikel 8 des Gesetzes vom 29hhhhqJuni 1964 [über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es Personen, die in betrügerischer Absicht gehandelt haben, nicht ermöglichen, wenn sie vor dem Arbeitsgericht einen Verwaltungsbeschluss, mit dem ihnen die Sanktion des Ausschlusses auferlegt wird und der in Anwendung von Artikel 30 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 26hhhhqMai 2002 gefasst wird, anfechten, den Aufschub der Strafvollstreckung zu geniessen, während ihnen, wenn sie wegen desselben Verstosses vor dem Korrektionalgericht verfolgt werden, diese Massnahme in Anwendung des Gesetzes vom 29hhhhqJuni 1964 gewährt werden kann?
« Schenden de artikelen 30 en 31 van de wet van 26 mei 2002 [betreffende het recht op maatschappelijke integratie] en artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 [betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer zij voor hetzelfde verzuim voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, hun die maatregel kan worden toegekend met toepassing van de wet van 29 juni 1964 ?

« Verstossen die Artikel 30, 31 und 47 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 [über das Recht auf soziale Eingliederung] und Artikel 580 Nr. 8 Buchstabe c) Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es Personen, die in betrügerischer Absicht gehandelt haben, nicht ermöglichen, wenn sie vor dem Arbeitsgericht eine Verwaltungsentscheidung, mit der ihnen die Sanktion des Ausschlusses auferlegt wird und die in Anwendung von Artikel 30 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 getroffen wird, anfechten, den Aufschub der Strafvollstreckung zu geniessen, während ihnen, wenn sie wegen desselben Verstosses vor dem Korrektionalgericht verfolgt werden, diese Massnahme in Anwendung des Gesetzes vom 29. Juni 1964 gewährt werden kann?
« Schenden de artikelen 30, 31 en 47 van de wet van 26 mei 2002 [betreffende het recht op maatschappelijke integratie] en artikel 580, 8°, c), tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer zij voor hetzelfde verzuim voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, hun die maatregel kan worden toegekend met toepassing van de wet van 29 juni 1964?

« Verstossen die Artikel 30, 31 und 47 des Gesetzes vom 26hhhhqMai 2002 [über das Recht auf soziale Eingliederung] und Artikel 580 Nr. 8 Buchstabe c) Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es Personen, die in betrügerischer Absicht gehandelt haben, nicht ermöglichen, wenn sie vor dem Arbeitsgericht eine Verwaltungsentscheidung, mit der ihnen die Sanktion des Ausschlusses auferlegt wird und die in Anwendung von Artikel 30 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 26hhhhqMai 2002 getroffen wird, anfechten, den Aufschub der Strafvollstreckung zu geniessen, während ihnen, wenn sie wegen desselben Verstosses vor dem Korrektionalgericht verfolgt werden, diese Massnahme in Anwendung des Gesetzes vom 29hhhhqJuni 1964 gewährt werden kann?
« Schenden de artikelen 30, 31 en 47 van de wet van 26 mei 2002 [betreffende het recht op maatschappelijke integratie] en artikel 580, 8°, c), tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer zij voor hetzelfde verzuim voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, hun die maatregel kan worden toegekend met toepassing van de wet van 29 juni 1964 ?

Bei Aktien, die nicht täglich gehandelt werden, wird nicht davon ausgegangen, dass sie einen liquiden Markt im Sinne der Richtlinie 2004/39/EG haben.
Niet dagelijks verhandelde aandelen mogen niet worden aangemerkt als aandelen waarvoor een liquide markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG bestaat.