Vertaling van "sicherheit vergleich " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

freiwilliger Vergleich | gütlicher Vergleich
onderhands akkoord

einem Vergleich zustimmen | einen Vergleich annehmen
een gerechtelijk akkoord aanvaarden | instemmen met surseance van betaling

Luftsicherheit (security) [ Sicherheit der Zivilluftfahrt | Sicherheit des Luftverkehrs ]
luchtvaartbeveiliging [ beveiliging van de burgerluchtvaart | beveiliging van de luchtvaart | beveiliging van het luchttransport | beveiliging van het luchtvervoer | luchtruimbeveiliging ]

europäische Sicherheit [ Sicherheit in Europa ]
Europese veiligheid

Sicherheit der Meere [ Sicherheit der Schiffe | Sicherheit der Schiffstransporte ]
veiligheid op zee [ veiligheid van scheepvaarttransport | veiligheid van vaartuigen ]

Servicetechniker - Sicherheits- und Alarmanlagen | Servicetechniker - Sicherheits- und Alarmanlagen/Servicetechnikerin - Sicherheits- und Alarmanlagen | Servicetechnikerin - Sicherheits- und Alarmanlagen
installateur veiligheidssystemen | technica alarmsystemen | onderhoudstechnicus alarmsystemen | technicus alarmsystemen

Ingenieur Sicherheit und Gesundheitsschutz | Ingenieur Sicherheit und Gesundheitsschutz/Ingenieurin Sicherheit und Gesundheitsschutz | Ingenieurin Sicherheit und Gesundheitsschutz
ingenieur veiligheid en gezondheid | productingenieur veiligheid en gezondheid | arbo-ingenieur | productingenieur gezondheid en veiligheid

die Einhaltung von Gesundheits- Sicherheits- und Hygienestandards gewährleisten | die Einhaltung von Gesundheits- Sicherheits- und Hygienevorschriften sicherstellen | die Einhaltung von Gesundheits- Sicherheits- und Hygienestandards sicherstellen | die Einhaltung von Gesundheits- Sicherheits- und Hygienevorschriften garantieren
ervoor zorgen dat standaards voor gezondheid veiligheid en hygiëne nageleefd worden | naleving van de normen voor gezondheid veiligheid en hygiëne waarborgen | naleving van gezondheids- veiligheids- en hygiënenormen waarborgen | voor de naleving van gezondheids- veiligheids- en hygiënenormen zorgen

maritime Sicherheit | Sicherheit auf See | Sicherheit des Seeverkehrs
maritieme veiligheid | scheepvaartveiligheid

Vergleiche schließen
dadingen afsluiten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

« Verstößt Artikel 10bis des königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger, dahingehend ausgelegt, dass für die Anwendung dieses Artikels die Laufbahnjahre, für die ein Arbeitnehmer eine Pensionsregelung in Anwendung des Gesetzes vom 17. Juli 1963 über die überseeische soziale Sicherheit genießt, berücksichtigt werden müssen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und mit Artikel 14 dieser Konvention, zuungunsten der ins Ausland entsandten Arbeitnehmer, die am fakultativen System des Amts für überseeische soziale Sicherheit teilgenommen haben, im Vergleich zu denjenigen, die eine Versicherung bei einer privaten Versicherungsgesellschaft abgeschlossen haben?
« Schendt artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, in de interpretatie volgens welke, voor de toepassing van die bepaling, rekening moet worden gehouden met de jaren van de loopbaan waarvoor een werknemer een pensioenstelsel geniet met toepassing van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 14 van dat Verdrag, in het nadeel van de geëxpatrieerden die ingetekend hebben op het facultatieve stelsel van de DOSZ ten opzichte van diegenen die een verzekering bij een privémaatschappij hebben gesloten ?

2. « Verstößt Artikel 409 § 2 Absatz 1 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen objektiven Haftungsgrund für die in § 1 erwähnten Verwalter, ehemaligen Verwalter und Personen, die sich im Laufe eines Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses in der in Artikel 38 § 3octies Nr. 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger beschriebenen Situation befunden haben, einführt, und zwar im Vergleich zu den anderen in § 1 erwähnten Verwaltern, ehemaligen Verwaltern und Personen, bei denen das Vorliegen eines Fehlers nachgewiesen werden muss, während im Falle mehrerer Konkurse und/oder Liquidationsverfahren die chronologische Reihenfolge der Verkündung der Urteile, in die der Unternehmensleiter verwickelt ist, und somit das Bestehen der in der besagten Gesetzesbestimmung erwähnten Situation mal vom Willen der genannten Verwalter oder ehemaligen Verwalter, mal vom Willen des Landesamtes für soziale Sicherheit und/oder auch von völlig externen Faktoren abhängen kann?
2. « Is artikel 409, § 2, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een objectieve aansprakelijkheidsgrond in te voeren voor de in paragraaf 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen die zich in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring bevonden hebben in de situatie zoals beschreven in artikel 38, § 3octies, 8°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, en dit ten opzichte van de andere in paragraaf 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen wier fout moet worden aangetoond, terwijl, in geval van meerdere faillissementen en/of vereffeningprocedures, de chronologische volgorde van de uitspraak van de vonnissen waarbij de bedrijfsleider is betrokken, en derhalve het bestaan van de in de voormelde wetsbepaling beoogde situatie soms kunnen afhangen van de wil van die bestuurders of gewezen bestuurders, soms van de wil van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en/of soms nog van volkomen externe factoren ?

« Verstößt Artikel 409 § 2 Absatz 1 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen objektiven Haftungsgrund für die in § 1 erwähnten Verwalter, ehemaligen Verwalter und Personen, die sich im Laufe eines Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses in der in Artikel 38 § 3octies Nr. 8 des Gesetzes vom 29hhhhqJuni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger beschriebenen Situation befunden haben, einführt, und zwar im Vergleich zu den anderen in § 1 erwähnten Verwaltern, ehemaligen Verwaltern und Personen, bei denen das Vorliegen eines Fehlers nachgewiesen werden muss, während im Falle mehrerer Konkurse und/oder Liquidationsverfahren die chronologische Reihenfolge der Verkündung der Urteile, in die der Unternehmensleiter verwickelt ist, und somit das Bestehen der in der besagten Gesetzesbestimmung erwähnten Situation mal vom Willen der genannten Verwalter oder ehemaligen Verwalter, mal vom Willen des Landesamtes für soziale Sicherheit und/oder auch von völlig externen Faktoren abhängen kann?
« Is artikel 409, § 2, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een objectieve aansprakelijkheidsgrond in te voeren voor de in § 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen, die zich in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring bevonden hebben in de situatie zoals beschreven in artikel 38, § 3octies, 8°, van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, en dit ten opzichte van de andere in § 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen, wier fout moet worden aangetoond, terwijl, in geval van meerdere faillissementen en/of vereffeningprocedures, de chronologische volgorde van de uitspraak van de vonnissen waarbij de bedrijfsleider is betrokken, en derhalve het bestaan van de in de voormelde wetsbepaling beoogde situatie soms kunnen afhangen van de wil van die bestuurders of gewezen bestuurders, soms van de wil van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en/of soms nog van volkomen externe factoren ?

203. stellt einen relativen Rückgang der Ausführungsrate bei den Verpflichtungen im Haushaltsplan für den Bereich der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts im Jahre 2008 im Vergleich zu 2007 fest (87,51 % im Jahre 2008 im Vergleich zu 90,29 % im Jahre 2007); stellt fest, dass 2009 ein Betrag von 75 000 000 EUR übertragen worden ist, weist jedoch darauf hin, dass dieser Betrag nach den von den Dienststellen der Kommission erteilten Auskünften vor dem 31. März 2009 gebunden wurde; weist darauf hin, dass die Ausführungsrate bei den Zahlungen im Vergleich zu 2007 gestiegen ist (80,88 % im Jahre 2008 gegenüber 60,41 % im Jahre 2007); fordert die Generaldirektion Freiheit, Sicherheit und Recht auf, sich weiterhin darum zu bemühen, die Ausführungsrate bei den Verpflichtungen und Zahlungen 2009 im Jahre weitestmöglich zu steigern;
203. stelt vast dat de uitvoeringsgraad van de vastleggingen in de begroting voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in 2008 relatief is gedaald ten opzichte van 2007 (87,51% in 2008 ten opzichte van 90,29% in 2007); stelt vast dat in 2009 75 000 000 EUR is overgedragen, maar merkt op dat dit bedrag volgens de door de diensten van de Commissie verstrekte informatie vóór 31 maart 2009 is vastgelegd; wijst erop dat de uitvoeringsgraad van de betalingen is gestegen ten opzichte van 2007 (80,88% in 2008 ten opzichte van 60,41% in 2007); roept het Directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid op om de uitvoeringsgraad van de vastleggings- en betalingskredieten in 2009 verder te maximaliseren;

1. stellt einen relativen Rückgang der Ausführungsrate bei den Verpflichtungen im Haushaltsplan für den Bereich der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts im Jahre 2008 im Vergleich zu 2007 fest (87,51 % im Jahre 2008 im Vergleich zu 90,29 % im Jahre 2007); stellt fest, dass 2009 ein Betrag von 75 000 000 EUR übertragen worden ist, weist jedoch darauf hin, dass dieser Betrag nach den von den Dienststellen der Kommission erteilten Auskünften vor dem 31. März 2009 gebunden wurde; weist darauf hin, dass die Ausführungsrate bei den Zahlungen im Vergleich zu 2007 gestiegen ist (80,88 % im Jahre 2008 gegenüber 60,41 % im Jahre 2007); fordert die Generaldirektion Freiheit, Sicherheit und Recht auf, sich weiterhin darum zu bemühen, die Ausführungsrate bei den Verpflichtungen und Zahlungen im Jahre 2009 weitestmöglich zu steigern;
1. stelt vast dat de uitvoeringsgraad van de vastleggingen in de begroting voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in 2008 relatief is gedaald ten opzichte van 2007 (87,51% in 2008 ten opzichte van 90,29% in 2007); stelt vast dat in 2009 75 000 000 euro is overgedragen, maar merkt op dat dit bedrag volgens de door de diensten van de Commissie verstrekte informatie vóór 31 maart 2009 is vastgelegd; wijst erop dat de uitvoeringsgraad van de betalingen is gestegen ten opzichte van 2007 (80,88% in 2008 ten opzichte van 60,41% in 2007); roept het Directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid op om de uitvoeringsgraad van de vastleggings- en betalingskredieten in 2009 verder te maximaliseren;

201. stellt einen relativen Rückgang der Ausführungsrate bei den Verpflichtungen im Haushaltsplan für den Bereich der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts im Jahre 2008 im Vergleich zu 2007 fest (87,51 % im Jahre 2008 im Vergleich zu 90,29 % im Jahre 2007); stellt fest, dass 2009 ein Betrag von 75 000 000 EUR übertragen worden ist, weist jedoch darauf hin, dass dieser Betrag nach den von den Dienststellen der Kommission erteilten Auskünften vor dem 31. März 2009 gebunden wurde; weist darauf hin, dass die Ausführungsrate bei den Zahlungen im Vergleich zu 2007 gestiegen ist (80,88 % im Jahre 2008 gegenüber 60,41 % im Jahre 2007); fordert die Generaldirektion Freiheit, Sicherheit und Recht auf, sich weiterhin darum zu bemühen, die Ausführungsrate bei den Verpflichtungen und Zahlungen 2009 im Jahre weitestmöglich zu steigern;
201. stelt vast dat de uitvoeringsgraad van de vastleggingen in de begroting voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in 2008 relatief is gedaald ten opzichte van 2007 (87,51% in 2008 ten opzichte van 90,29% in 2007); stelt vast dat in 2009 75 000 000 euro is overgedragen, maar merkt op dat dit bedrag volgens de door de diensten van de Commissie verstrekte informatie vóór 31 maart 2009 is vastgelegd; wijst erop dat de uitvoeringsgraad van de betalingen is gestegen ten opzichte van 2007 (80,88% in 2008 ten opzichte van 60,41% in 2007); roept het Directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid op om de uitvoeringsgraad van de vastleggings- en betalingskredieten in 2009 verder te maximaliseren;

154. stellt die niedrige Rate bei der Ausführung der Zahlungen des Haushaltsplans für den Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts im Vergleich zu 2006 fest (60,41 % im Jahre 2007 und 86,26 % im Jahre 2006); ist sich des Umstands bewusst, dass dies auch darauf zurückzuführen ist, dass im Mai und Juni 2007 die Fonds angenommen wurden, die unter das Rahmenprogramm "Solidarität und Steuerung der Migrationsströme" fallen, und auf Verzögerungen bei der Ausführung anderer spezifischer Programme (z.B. Zivilrecht, Drogenprävention und Informationsprogramme); verweist auf den relativen Rückgang der Rate der Ausführung der Verpflichtungen gegenüber 2006 (90,29 % im Vergleich zu 94,47 % im Jahre 2006); fordert die Generaldirektion Justiz, Freiheit und Sicherheit auf, sich darum zu bemühen, die Rate der Ausführung von Verpflichtungen und Zahlungen im Jahre 2008 so weit wie möglich zu steigern;
154. wijst op de lage bestedingsgraad van de betalingskredieten van de begroting voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in vergelijking met 2006 (60,41% in 2007 en 86,26% in 2006); is er zich van bewust dat dit eveneens te maken heeft met de goedkeuring van de fondsen opgenomen in het kaderprogramma "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" en met de vertraging van de uitvoering van andere specifieke programma's (zoals civiel recht, drugspreventie en -voorlichting); vestigt de aandacht op de relatieve verlaging van de bestedingsgraad van vastleggingskredieten in vergelijking met 2006 (90,29% tegenover 94,47% in 2006); roept het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid op de uitvoeringsgraad van vastleggings- en betalingskredieten te maximaliseren in 2008;

156. stellt die niedrige Rate bei der Ausführung der Zahlungen des Haushaltsplans für den Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts im Vergleich zu 2006 fest (60,41 % im Jahre 2007 und 86,26 % im Jahre 2006); ist sich des Umstands bewusst, dass dies auch darauf zurückzuführen ist, dass im Mai und Juni 2007 die Fonds angenommen wurden, die unter das Rahmenprogramm „Solidarität und Steuerung der Migrationsströme“ fallen, und auf Verzögerungen bei der Ausführung anderer spezifischer Programme (z.B. Zivilrecht, Drogenprävention und Informationsprogramme); verweist auf den relativen Rückgang der Rate der Ausführung der Verpflichtungen gegenüber 2006 (90,29 % im Vergleich zu 94,47 % im Jahre 2006); fordert die Generaldirektion Justiz, Freiheit und Sicherheit auf, sich darum zu bemühen, die Rate der Ausführung von Verpflichtungen und Zahlungen im Jahre 2008 so weit wie möglich zu steigern,
156. wijst op de lage uitvoeringsgraad van de betalingskredieten van de begroting voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in vergelijking met 2006 (60,41% in 2007 en 86,26% in 2006); is er zich van bewust dat dit eveneens te maken heeft met de goedkeuring van de fondsen opgenomen in het kaderprogramma "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" en met de vertraging van de uitvoering van andere specifieke programma's (zoals civiel recht, drugspreventie en -voorlichting); vestigt de aandacht op de relatieve verlaging van de uitvoeringsgraad van vastleggingskredieten in vergelijking met 2006 (90,29% tegenover 94,47% in 2006); roept het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid op de uitvoeringsgraad van vastleggings- en betalingskredieten te maximaliseren in 2008;

« Verstößt Artikel 409 § 2 Absatz 1 des Gesellschaftsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen objektiven Haftungsgrund für die in § 1 erwähnten Verwalter, ehemaligen Verwalter und Personen, die sich im Laufe eines Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses in der in Artikel 38 § 3octies Nr. 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger beschriebenen Situation befunden haben, einführt, und zwar im Vergleich zu den anderen in § 1 erwähnten Verwaltern, ehemaligen Verwaltern und Personen, bei denen das Vorliegen eines Fehlers nachgewiesen werden muss, während im Falle mehrerer Konkurse und/oder Liquidationsverfahren die chronologische Reihenfolge der Verkündung der Urteile, in die der Unternehmensleiter verwickelt ist, und somit das Bestehen der in der besagten Gesetzesbestimmung erwähnten Situation mal vom Willen der genannten Verwalter oder ehemaligen Verwalter, mal vom Willen des Landesamtes für soziale Sicherheit und/oder auch von völlig externen Faktoren abhängen kann?
« Is artikel 409, § 2, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een objectieve aansprakelijkheidsgrond in te voeren voor de in paragraaf 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen die zich in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring bevonden hebben in de situatie zoals beschreven in artikel 38, § 3octies, 8°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, en dit ten opzichte van de andere in paragraaf 1 bedoelde bestuurders, gewezen bestuurders en personen wier fout moet worden aangetoond, terwijl, in geval van meerdere faillissementen en/of vereffeningprocedures, de chronologische volgorde van de uitspraak van de vonnissen waarbij de bedrijfsleider is betrokken, en derhalve het bestaan van de in de voormelde wetsbepaling beoogde situatie soms kunnen afhangen van de wil van die bestuurders of gewezen bestuurders, soms van de wil van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en/of soms nog van volkomen externe factoren ?