Vertaling van "sein darf fordert " (Duits → Nederlands) :

44. betont, dass eine Europa-2020-Strategie nur glaubwürdig sein kann, wenn sie ausreichend mit Finanzmitteln ausgestattet wird; bedauert, dass sich weder der Europäische Rat noch die Europäische Kommission mit diesem Thema befassen; unterstreicht in diesem Zusammenhang, dass ein massiverer Eingriff der EIB oder ein stärkerer Rückgriff auf öffentlich-private Partnerschaften (wie in der Mitteilung der Kommission vorgeschlagen) zwar in einigen, wirtschaftlich gut begründeten Fällen eine wirkungsvolle Lösung sein kann, dies aber keine allgemeingültige Lösung sein darf; fordert die Kommission zudem auf, die Rolle zu untersuchen, die langfristige öffentliche oder private Investitionen bei der Finanzierung der Infrastrukturen spielen können, die für die Umsetzung der in der Europa-2020-Strategie vorgeschlagenen Leitinitiativen erforderlich sind, und zu prüfen, ob der europäische Rechtsrahmen angepasst werden muss, um die Zusammenarbeit zwischen langfristigen Investoren zu fördern;
44. benadrukt dat de Europa 2020-strategie alleen geloofwaardig kan zijn als zij voldoende gefinancierd wordt; betreurt dat de Europese Raad en de Europese Commissie dit thema niet aanroeren; wijst er in dat verband op dat meer acties van de EIB of meer gebruik van PPS (zoals de Commissie voorstelt in haar mededeling) in een aantal economisch uitstekend verdedigbare gevallen weliswaar een doelmatige oplossing kunnen vormen, maar geen oplossing voor alle problemen kunnen zijn; verzoekt de Europese Commissie voorts te onderzoeken welke rol langetermijninvesteringen van overheid of particulieren kunnen spelen bij de financiering van infrastructuur die nodig is voor de tenuitvoerlegging van de toonaangevende initiatieven die worden voorgesteld in de Europa 2020-strategie, en of het nodig is het Europese regelgevingskader aan te passen om de samenwerking tussen langetermijninvesteerders te bevorderen;

10. vertritt die Ansicht, dass es keine Umstände gibt, die einen terroristischen Akt rechtfertigen würden, dass kein terroristischer Akt mit der Verfolgung politischer oder religiöser Ziele gerechtfertigt werden kann und dass der Kampf gegen den Terrorismus keine Rechtfertigung für eine Stigmatisierung einer Kultur, Zivilisation oder Religion sein darf; fordert alle Länder auf, ihrer rechtlichen Verpflichtung nachzukommen, im Kampf gegen den Terrorismus die Menschenrechte und das humanitäre Völkerrecht zu achten;
10. meent dat geen enkele terroristische daad in eender welke omstandigheid te verdedigen is, ook niet voor het nastreven van politieke of religieuze doelen en dat de bestrijding van het terrorisme geen rechtvaardiging kan vormen voor het stigmatiseren van een cultuur, beschaving of religie in het bijzonder; verzoekt alle landen zich te houden aan hun wettelijke verplichting om in de strijd tegen het terrorisme de mensenrechten en het internationale humanitaire recht te eerbiedigen;

10. vertritt die Ansicht, dass es keine Umstände gibt, die einen terroristischen Akt rechtfertigen würden, dass kein terroristischer Akt mit der Verfolgung politischer oder religiöser Ziele gerechtfertigt werden kann und dass der Kampf gegen den Terrorismus keine Rechtfertigung für eine Stigmatisierung einer einzelnen Kultur, Zivilisation oder Religion sein darf; fordert alle Länder auf, ihrer rechtlichen Verpflichtung nachzukommen, im Kampf gegen den Terrorismus die Menschenrechte und das humanitäre Völkerrecht zu achten;
10. meent dat geen enkele terroristische daad in eender welke omstandigheid te verdedigen is, ook niet voor het nastreven van politieke of religieuze doelen en dat de bestrijding van het terrorisme geen rechtvaardiging kan vormen voor het stigmatiseren van een cultuur, beschaving of religie in het bijzonder; verzoekt alle landen zich te houden aan hun wettelijke verplichting om in de strijd tegen het terrorisme de mensenrechten en het internationale humanitaire recht te eerbiedigen;

János Tóth, Vorsitzender der Fachgruppe Verkehr, Energie, Infrastrukturen, Informationsge­sellschaft des EWSA, forderte eine Paradigmen-Umkehr: "Das Auto darf nicht länger un­sere erste Wahl als Verkehrsträger sein, sondern wir dürfen nur dann auf das Auto zurückgrei­fen, wenn öffentliche Verkehrsmittel oder umweltfreundliche Fortbewegungsmöglichkeiten wie Zufußge­hen oder Radfahren unseren spezifischen Bedürfnissen nicht gerecht werden.
Het paradigma dat de auto ons primaire vervoersmiddel is, moet op de schop", aldus János Tóth, voorzitter van de EESC-afdeling vervoer, energie, infrastructuur en informatiemaatschappij.

bekräftigt erneut seine Forderung, dass Menschenrechtsfragen auf höchster politischer Ebene überprüft werden sollten, damit Menschenrechtsbelangen größeres politisches Gewicht verliehen wird, und damit verhindert wird, dass Mitgliedstaaten oder Drittländer Menschenrechtsfragen vom politischen Dialog ausschließen; hält es aus diesen Gründen für wichtig, dass dieser Dialog niemals dazu genutzt werden darf, das Thema auf Expertentreffen zu beschränken und es gegenüber anderen politischen Themen an den Rand zu drängen; fordert den Rat und die Kommission somit auf, folgende Maßnahmen zu ergreifen:
doet opnieuw een oproep om mensenrechtenvraagstukken op het hoogste politieke niveau te bespreken, zodat mensenrechtenoverwegingen een groter politiek gewicht krijgen en wordt voorkomen dat lidstaten of derde landen kwesties op het gebied van mensenrechten los zien van de politieke dialoog; is van mening van dat deze dialogen daarom nooit moeten worden gebruikt om dit onderwerp alleen in bijeenkomsten op het niveau van deskundigen te behandelen en het op die manier ondergeschikt te maken aan andere politieke vraagstukken; verzoekt de Raad en de Commissie derhalve de volgende maatregelen te nemen:

11. geht davon aus, dass der Kampf gegen die Einkommensgefälle und die Förderung realer Konvergenz auf der wirtschaftlichen und sozialen Agenda der EU ganz oben stehen sollten; fordert, dass die europäischen Haushalte einschließlich der künftigen Finanziellen Vorausschau 2007–2013 nachhaltige Entwicklung und sozialen, territorialen und wirtschaftlichen Zusammenhalt fördern; fordert die Kommission mit Nachdruck auf, zu gewährleisten, dass die angenommenen Maßnahmen nicht dazu führen, dass die Mittel für die Kohäsionspolitik zugunsten anderer Politikfelder gekürzt werden, und sich der Tatsache bewusst zu sein, dass die „Wettbewerbsfähigkeit“ kein Ersatz für Konvergenz in den Mitgliedstaaten und Regionen sein darf, die einen Rückstand aufweisen;
11. is van mening dat de strijd tegen inkomensongelijkheid en de bevordering van werkelijke convergentie bovenaan dient te staan op de economische en sociale agenda van de EU ; dringt erop aan dat in de Europese begrotingen en in de toekomstige financiële vooruitzichten 2007-2013 duurzame ontwikkeling en sociale, regionale en economische cohesie worden bevorderd; verzoekt de Commissie met klem erop toe te zien dat op het cohesiebeleid, doordat er maatregelen worden genomen, niet wordt gekort ten bate van ander beleid en zich ervan bewust te zijn dat mededingingsvermogen niet in de plaats kan komen van convergentie in de lidstaten en regio's die achterblijven;