131. stimmt der Kommission zu, dass die Schaffung eines Gemeinsamen Europäischen Meeresraums die Effizienz der Bewirtschaftung der Hoheitsgewässer erheblich steigern könnte; ist der Auffassung, dass ein solcher Meeresraum zur Integration des Binnenmarktes für Verkehr und Dienstleistungen auf den EU-Meeren beitragen kann, vor allem zur Vereinfachung der Zoll- und Verwaltungsverfahren sowie unter Berücksichtigung der Übereinkommen von UNCLOS und IMO, einschließlich der „Freiheit der Schifffahrt“ und des „Rechts der friedlichen Durchfahrt“ in der ausschließlichen Wirtschaftszone in internationalen Gewässern; stellt fest, dass durch das Gemeinschaftsrecht
bereits erhebliche Schritte ...[+++] in diese Richtung unternommen wurden, dass es aber teilweise an der Umsetzung in den Mitgliedsstaaten noch mangelt; fordert die Mitgliedsstaaten auf, die europäischen Rechtsvorschriften zügig umzusetzen; 131. is het met de Commissie eens dat de schepping van een gemeenschappelijke m
aritieme ruimte kan leiden tot een aanzienlijk effectiever beheer van de internationale wateren en is van mening dat een dergelijke maritieme ruimte zal bijdragen tot d
e integratie van de interne markt voor maritiem vervoer en dienstverlening binnen de EU, in het bijzonder met betrekking tot de vereenvoudiging van douane- en administratieve procedures, dit met inachtneming van de overeenkomsten van het UNCLS en de IMO, met inbegrip van de ‘vrijheid van sche
...[+++]epvaart’ en het ‘recht van onschuldige doorvaart’ binnen de Exclusieve Economische Zone (EEZ) in internationale wateren (op volle zee); neemt er kennis van dat door de communautaire wetgeving reeds belangrijke stappen in die richting zijn gezet, maar dat de toepassing in de lidstaten in sommige gevallen nog achterloopt; verzoekt de lidstaten de Europese wetten onverwijld toe te passen;