(3) für den Fall, dass aufgrund der nach den Nummern 1 und 2 anzuwendenden Rechtsvorschriften eine Person nur dann als Familien- oder Haushaltsangehöriger angesehen wird, wenn sie mit dem Versicherten oder dem Rentenberechtigten in häuslicher Gemeinschaft lebt, jede Person, deren Unterhalt überwiegend von dem Versicherten oder dem Rentner bestritten wird.
(iii) indien een persoon, overeenkomstig de wetgeving die van toepassing is uit hoofde van de alinea's (1) en (2) uitsluitend wordt beschouwd als lid van het gezin of het huishouden indien hij bij de verzekerde of de gepensioneerde inwoont, wordt aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan wanneer de betrokkene in hoofdzaak op kosten van de verzekerde of gepensioneerde wordt onderhouden.