Traduction de «regelung würde lediglich » (Allemand → Néerlandais) :

Diese Regelung würde lediglich für große Unternehmen und Unternehmen von öffentlichem Interesse gelten.
Dit vereiste zou beperkt blijven tot grote ondernemingen en alle organisaties van openbaar belang.

Diese Regelung würde lediglich für große Unternehmen und Unternehmen von öffentlichem Interesse gelten.
Deze openbaarmakingsplicht beperkt zich tot grote ondernemingen en organisaties van openbaar belang.

Wurde nach Anhang 7 Absatz 3.2.1.4 der UNECE-Regelung Nr. 49 vereinbart, dass an jedem Prüfpunkt nur ein Prüfzyklus (WHTC oder WHSC mit Warmstart) durchgeführt werden soll und der jeweils andere Prüfzyklus (WHTC oder WHSC mit Warmstart) lediglich am Anfang und am Ende des Betriebsakkumulationsprogramms durchgeführt wird, so ist die Regressionsanalyse nur anhand der Ergebnisse der am jeweiligen Prüfpunkt durchgeführten Prüfung vorzunehmen.
Indien is overeengekomen dat op elk testpunt maar één testcyclus (warme WHTC of WHSC) wordt uitgevoerd en de andere testcyclus (warme WHTC of WHSC) alleen aan het begin en eind van het bedrijfsaccumulatieschema wordt uitgevoerd, moet overeenkomstig punt 3.2.1.4 van bijlage 7 bij VN/ECE-Reglement nr.49 de regressieanalyse alleen op basis van de testresultaten van de testcyclus op elk testpunt worden gemaakt.

Dies stünde nicht im Widerspruch zur SE VII, weil es lediglich bedeuten würde, dass die strengere Regelung auch auf ,Sammelüberweisungen" aus der EU in eine andere Rechtsordnung anwendbar wäre.
Dit zou niet in strijd zijn met SR VII, aangezien dit alleen zou impliceren dat de strengere regeling ook van toepassing is op "blok"transfers vanuit de EU naar een andere rechtsorde.

5. weist darauf hin, dass es derzeit auf EU-Ebene keinen einheitlichen Schutz der geografischen Angaben bei nichtlandwirtschaftlichen Erzeugnissen, sondern mehrere Rechtsrahmen gibt, mit denen lediglich für einen nationalen oder regionalen Schutz gesorgt wird; betont in diesem Zusammenhang, dass die Unterschiede zwischen den derzeit geltenden Rechtsrahmen Verbrauchertäuschung, Nachahmung und unlauteren Wettbewerb zur Folge haben können; vertritt die Auffassung, dass eine einheitliche EU-Regelung für die Eintragung, den Schutz, die Überwachung und die Durchsetzung, mit der das Bewusstsein für den Wert dieser Erzeugnisse bei Verbrauchern und Erzeugern gesteigert und für die Bewahrung traditioneller Gewerbe und Fertigkeiten gesorgt werden soll, auf einer Folgenabschätzung beruhen sollte und dass die Verbraucher mit einer solchen Regelung besser über die Echtheit von Erzeugnissen informiert, die rechtmäßigen Eigentümer eines eingetragenen Erzeugnisses geschützt und seine Qualität und seine besonderen Merkmale sichergestellt werden könnten; ist außerdem der Ansicht, dass die Eintragung solcher Erzeugnisse beim Harmonisierungsamt für den Binnenmarkt einen besseren Schutz und eine bessere Einheitlichkeit der geografischen Angaben ermöglichen würde;
5. herinnert eraan dat er op dit moment geen uniform Europees rechtskader bestaat voor de bescherming van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten, maar dat er sprake is van verschillende rechtskaders, die elk slechts bescherming op nationaal of regionaal waarborgen; benadrukt in dit kader dat de verschillen tussen de huidige rechtskaders misleiding van consumenten, namaak en oneerlijke concurrentie in de hand kunnen werken; is van oordeel dat een uniform EU-systeem voor registratie, bescherming, toezicht en handhaving, dat erop gericht is bij consumenten en producenten de waarde van deze producten onder de aandacht te brengen en het voortbestaan van traditionele ambachten en vaardigheden te waarborgen, gebaseerd moet worden op een effectbeoordeling; is tevens van oordeel dat een dergelijk systeem kan waarborgen dat consumenten beter voorgelicht worden over de authenticiteit van producten, dat de rechthebbenden van geregistreerde producten bescherming genieten en dat de kwaliteit en de onderscheidende kenmerken van geregistreerde producten gewaarborgd worden; verwacht bovendien dat registratie van deze producten door het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt kan leiden tot uniformere geografische aanduidingen die beter worden beschermd;

Mit dem königlichen Erlass vom 30. Januar 1997 über die Pensionsregelung für Selbständige wurde die Regelung zur Berechnung der Pension der Selbständigen erneut abgeändert, wobei die fragliche Bestimmung es lediglich ermöglicht, die Quartale der Berufstätigkeit vor dem Datum des ersten tatsächlichen Beginns der Pension zu berücksichtigen.
Het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen heeft de regeling voor de berekening van het pensioen van de zelfstandigen opnieuw gewijzigd, waarbij de in het geding zijnde bepaling het enkel mogelijk maakt de kwartalen van beroepsactiviteit vóór de datum van de eerste daadwerkelijke ingang van het pensioen te valoriseren.

Es ist der Umstand zu berücksichtigen, dass das Gesetz vom 22. Juli 1991 lediglich eine Bestätigung einer Praxis war, die bereits vor den Staatsreformen von 1988 und 1989 eingehalten wurde, dass der Sondergesetzgeber diese Praxis nicht berücksichtigt hat, als er das Sondergesetz vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen angenommen hat, und dass der ordentliche Gesetzgeber der Auffassung war, diese Regelung « stimmt vollständig überein » mit den Erfordernissen der Sondergesetze van 8. August 1988 und 16. Januar 1989 (Parl. Dok., Kammer, 1990-1991, Nr. 1656/3, S. 13).
Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat de wet van 22 juli 1991 louter een bevestiging was van een praktijk die reeds werd gevolgd vóór de staatshervormingen van 1988 en 1989, dat de bijzondere wetgever aan die praktijk geen aandacht heeft gegeven toen hij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten heeft aangenomen, en dat de gewone wetgever van oordeel was dat die regeling « geheel in overeenstemming [was] » met de vereisten van de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 januari 1989 (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1656/3, p. 13).

61. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";
61. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";

62. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";
62. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";

Eine andere Auslegung würde « dem angefochtenen Dekret jeglichen Sinn entziehen »; dieses Dekret sei lediglich angenommen worden, weil der Dekretgeber der Auffassung gewesen sei, dass Artikel 257 § 1 Nr. 2 nicht auf die Grenzgänger anwendbar sei, deren Kinder aufgrund der im Beschäftigungsland geltenden Regelung nicht für die Familienzulagen berücksichtigt würden.
Anders oordelen zou « elke zin ontnemen aan het bestreden decreet » : dat decreet werd enkel goedgekeurd omdat de decreetgever van oordeel was dat artikel 257, § 1, 2°, niet toepasselijk was op de grensarbeider wiens kinderen krachtens de regelgeving van het land van tewerkstelling niet in aanmerking komen voor kinderbijslag.