AI. in der Erwägung, dass das Urteil des Gerichtshofs vom 26. November 2014 in den Rechtssachen C‑103/12 EP/Rat und C‑165/12 Kommission/Rat zur Gewährung von Fangmöglichkeiten in EU‑Gewässern für Fischereifahrzeuge, die die Flagge der Bolivarischen Republik Venezuela führen, in der ausschließlichen Wirtschaftszone vor der Küste von Franzö
sisch‑Guayana einen Präzedenzfall schafft, indem es den Inhalt und die Grenzen der beiden in Artikel 43 AEUV enthaltenen verschiedenen Rechtsgrundlagen klärt; in der Erwägung, dass Artikel 43 Absatz 3 als Rechtsgrundlage nur für die Gewährung von Fangmöglichkeiten gemäß den für die TACs und Fangquoten gel
tenden Ver ...[+++]ordnungen herangezogen werden darf; AI. overwegende dat het arrest van het Hof van Justitie van 26 november 2014 in de zaken C-103/12 (Europees Parlement / Raad) en C-165/12 (Commissie / Raad) betreffende de toekenning van vangstmogelijkheden in wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana, e
en precedent vormt, aangezien het de inhoud en de beperkingen van de twee verschillende rechtsgronden in artikel 43 VWEU verduidelijkt; dat artikel 43, lid
3, uitsluitend mag worden gebruikt ...[+++]als rechtsgrondslag voor de toekenning van vangstmogelijkheden krachtens de TAC- en de quotaregelingen;