Herr Di Pietro argumentiert, dass ein Zusammenhang zwischen seiner politischen Tätigkeit und dem betreffenden Artikel besteht, und fordert die Anwendung von Artikel 68 Absatz 1 der italienischen Verfassung, der besagt: „Die Mitglieder des Parlaments können wegen der in Ausübung ihres Mandats vorgenommenen Meinungsäußerungen und Abstimmungen nicht verfolgt werden.“
De heer Di Pietro stelt dat er een verband is tussen zijn politieke activiteit en het artikel in kwestie, en verzoekt artikel 68, lid 1, van de Italiaanse grondwet toe te passen, volgens welke: “leden van het Parlement niet aansprakelijk kunnen worden gesteld op grond van de mening of de stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht”.