Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Beitretende Partei
DKP
Deutsche Kommunistische Partei
FDP
Freie Demokratische Partei
Kommunistische Partei
Kroatische Partei der Sozialliberalen
Liberale Partei
Partei
Partei des Rechtsstreits
Politikkunde
Politische Bildung
Politische Partei
Politische Parteien
Prozeßbeteiligter
Prozeßführende Partei
Prozeßpartei
Sozialliberale Partei
Sozialliberale Partei Kroatiens
Vertragschließende Partei
Vertrauenswürdige dritte Partei
Vertrauenswürdiger Dritter

Traduction de «partei » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
liberale Partei [ FDP | Freie Demokratische Partei ]

liberale partij


Partei | Partei des Rechtsstreits | Prozeßbeteiligter | prozeßführende Partei | Prozeßpartei

partij in het geding | pleitende partij




politische Parteien [ Partei | Politikkunde | politische Bildung | politische Partei ]

politieke partijen [ politieke partij | politieke vorming ]


Kroatische Partei der Sozialliberalen | Sozialliberale Partei | Sozialliberale Partei Kroatiens

Kroatische Sociaal-liberale Partij


kommunistische Partei [ Deutsche Kommunistische Partei | DKP ]

communistische partij


betreibende Partei,fleissige Partei,zuerst handelnde Partei

meestgerede partij






vertrauenswürdige dritte Partei (nom féminin) | vertrauenswürdiger Dritter (nom masculin)

betrouwbare derde partij (nom féminin)
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
3. Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er - wie im vorliegenden Fall - in Verbindung mit Artikel 17 § 6 derselben Gesetze dahin ausgelegt wird, dass er es der Gegenpartei ermöglicht, von einer beitretenden Partei unterstützt und völlig ersetzt zu werden, auch wenn diese Gegenpartei es unterlassen hat, die Fortsetzung des Verfahrens zu beantragen, während die klagende Partei, die es unterlassen hätte, im Anschluss an einen Entscheid zur Zurückweisung eines Aussetzungsantrags die Fortsetzung des Verfahrens zu beantragen, oder eine klagende Partei, die de ...[+++]

3. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het, zoals te dezen, in samenhang gelezen met artikel 17, § 6, van dezelfde wetten, in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de tegenpartij de mogelijkheid biedt dat zij door een tussenkomende partij wordt ondersteund en dat die volledig in haar plaats treedt, zelfs indien die tegenpartij heeft nagelaten de voortzetting van de procedure te vorderen, terwijl de verzoekende partij die zou hebben nagelaten de voortzetting van de procedure te vorderen na een arrest waarbij een vordering tot schorsing wordt verwor ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren nach Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und dem allgeme ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artike ...[+++]


9. JUNI 2016 - Dekret zur Zustimmung zum Luftverkehrsabkommen zwischen den Vereinigten Staaten von Amerika als erster Partei, der Europäischen Union und ihren Mitgliedstaaten als zweiter Partei, Island als dritter Partei und dem Königreich Norwegen als vierter Partei, geschehen zu Luxemburg und Oslo am 16. und 21. Juni 2011, und zum Zusatzabkommen zwischen der Europäischen Union und ihren Mitgliedstaaten als erster Partei, Island als zweiter Partei und dem Königreich Norwegen als dritter Partei betreffend die Anwendung des Luftverkehrsabkommens zwischen den Vereinigten Staaten von Amerika als erster ...[+++]

9 JUNI 2016. - Decreet houdende instemming met de luchtvervoerovereenkomst tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede, de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde, IJsland, en ten vierde, het Koninkrijk Noorwegen, gedaan te Luxemburg en Oslo op 16 en 21 juni 2011, alsook met de bijkomende overeenkomst tussen ten eerste, de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede, IJsland, en ten derde, het Koninkrijk Noorwegen betreffende de toepassing van de luchtvervoerovereenkomst tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten ...[+++]


Art. 2 - Das Zusatzabkommen zwischen der Europäischen Union und ihren Mitgliedstaaten als erster Partei, Island als zweiter Partei und dem Königreich Norwegen als dritter Partei betreffend die Anwendung des Luftverkehrsabkommens zwischen den Vereinigten Staaten von Amerika als erster Partei, der Europäischen Union und ihren Mitgliedstaaten als zweiter Partei, Island als dritter Partei und dem Königreich Norwegen als vierter Partei, geschehen zu Luxemburg und Oslo am 16. und 21. Juni 2011, wird völlig und uneingeschränkt wirksam.

Art. 2. De bijkomende overeenkomst tussen ten eerste, de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede, IJsland, en ten derde, het Koninkrijk Noorwegen, betreffende de toepassing van de luchtvervoerovereenkomst tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede, de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde, Ijsland, en ten vierde, het Koninkrijk Noorwegen, gedaan te Luxemburg en Oslo op 16 en 21 juni 2011, zal volkomen gevolg hebben.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 4. Januar 2016 in Sachen Marie-Rose D'Hayer gegen Vincent Lefevre, dessen Ausfertigung am 13. Januar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Führen die Artikel 827, 1017 und 1022 des Gerichtsgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, nicht zu einer Diskriminierung zwischen der Partei, die zur Sache unterliegt und die, wenn sie es beantragt und die Bedingungen dazu erfüllt, Anspruch auf eine Herabsetzung ode ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en die recht heeft, indien zij erom verzoekt en mits zij voldoet aan de voorwaarden daartoe, op een verminderi ...[+++]


In den Vorarbeiten bezüglich des angefochtenen Artikels 21 Nr. 3 heißt es: « Die antragstellende Partei hinterlegt einen Syntheseschriftsatz innerhalb von fünfzehn Tagen. Der Syntheseschriftsatz wird, da dieses Schriftstück die anfangs vorgebrachten Klagegründe, die die antragstellende Partei nach erfolgter Lesung der Verteidigung aufrechterhalten möchte, sowie ihre Reaktion auf den Schriftsatz mit Anmerkungen umfasst, vom Rat als Grundlage für seine Entscheidung verwendet. Wenn die antragstellende Partei es unterlässt, innerhalb der ihr eingeräumten Frist von fünfzehn Tagen einen Syntheseschriftsatz zu hinterlegen, wird davon ausgegange ...[+++]

In de parlementaire voorbereiding met betrekking tot het bestreden artikel 21, 3°, wordt verklaard : « De verzoekende partij legt een synthesememorie neer binnen de vijftien dagen. De synthesememorie wordt, nu dit stuk de initieel aangevoerde middelen die de verzoekende partij na lezing van het verweer wenst te weerhouden omvat alsmede haar reactie op de nota met opmerkingen, door de Raad aangewend als basis om een beslissing te nemen. Indien de verzoekende partij nalaat om binnen de toegekende termijn van vijftien dagen een synthesememorie neer te leggen, dan wordt zij geacht geen belang meer te hebben bij het beroep. De laatste wijzigi ...[+++]


Wenn die klagende Partei den Antrag auf Fortsetzung einreichen muss, beginnt in der Verfahrensregelung die Frist zum Einreichen eines Erwiderungsschriftsatzes durch die beklagte Partei und zum Einreichen einer schriftlichen Darlegung der intervenierenden Partei erst nach der Notifizierung des Antrags auf Fortsetzung des Verfahrens durch die klagende Partei an alle Verfahrensparteien » (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2011-2012, Nr. 1509/3, S. 10).

In het geval de verzoekende partij het verzoek tot voortzetting dient in te dienen, zal in het procedurereglement de termijn tot het indienen van een antwoordnota door de verwerende partij en tot het indienen van een schriftelijke uiteenzetting van de tussenkomende partij pas beginnen te lopen na de betekening van het verzoek tot voortzetting van de rechtspleging van de verzoekende partij aan alle partijen in het geding » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2011-2012, nr. 1509/3, p. 10).


Da die zweite klagende Partei ein Interesse an der Klageerhebung nachweist und der Ministerrat die Ordnungsmäßigkeit des Klageerhebungsbeschlusses in Bezug auf diese Partei nicht in Abrede stellt, braucht der Gerichtshof nicht zu prüfen, ob die erste und die dritte klagende Partei gültig beschlossen haben, vor Gericht zu klagen.

Aangezien de tweede verzoekende partij doet blijken van een belang om in rechte op te treden en de Ministerraad de regelmatigheid van de beslissing om in rechte op te treden ten aanzien van die partij niet betwist, hoeft het Hof niet na te gaan of de eerste en de derde verzoekende partij op regelmatige wijze hebben beslist om in rechte op te treden.


(1) Auf Antrag einer Partei, die alle vernünftigerweise verfügbaren Beweismittel zur hinreichenden Begründung ihrer Ansprüche vorgelegt und die in der Verfügungsgewalt der gegnerischen Partei oder einer dritten Partei befindlichen Beweismittel zur Begründung ihrer Ansprüche bezeichnet hat, kann das Gericht die Vorlage dieser Beweismittel durch die gegnerische Partei oder eine dritte Partei anordnen, sofern der Schutz vertraulicher Informationen gewährleistet wird.

1. Op verzoek van een partij die in voldoende mate redelijkerwijs beschikbaar bewijsmateriaal tot staving van haar aanspraken heeft overgelegd, onder vermelding van materiaal waarover de wederpartij of een derde partij beschikt, kan het Gerecht deze wederpartij of derde partij bevelen dat bewijsmateriaal over te leggen, met dien verstande dat vertrouwelijke informatie zal worden beschermd.


Die erste und die sechste klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2343, die klagenden Parteien in den Rechtssachen Nrn. 2344 und 2345, die zweite bis fünfte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2346, die dritte und vierte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2348, die zweite bis vierte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2349, die erste, dritte und vierte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2350, die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 2351, die dritte bis elfte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2352, die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2358 sowie die zweite klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2361 weisen ni ...[+++]

De eerste en zesde verzoekende partij in de zaak nr. 2343, de verzoekende partijen in de zaken nrs. 2344 en 2345, de tweede tot vijfde verzoekende partij in de zaak nr. 2346, de derde en vierde verzoekende partij in de zaak nr. 2348, de tweede tot vierde verzoekende partij in de zaak nr. 2349, de eerste, derde en vierde verzoekende partij in de zaak nr. 2350, de verzoekende partijen in de zaak nr. 2351, de derde tot elfde verzoekende partij in de zaak nr. 2352, de verzoekende partij in de zaak nr. 2358 en de tweede verzoekende partij in de zaak nr. 2361 doen niet blijken van het vereiste belang bij de vernietiging van de bestreden bevoeg ...[+++]


w