2. Die Art der Tätigkeiten, die der Anwärter im Rahmen der spezifischen Ausbildung in der Allgemeinmedizin gemäss Artikel 31 Absatz 1 Buchstabe d der Richtlinie 93/16 ausüben muss, setzt nicht zwingend voraus, dass er vor Beginn dieser Ausbildung ein Diplom, ein Prüfungszeugnis oder einen sonstigen Befähigungsnachweis gemäss Artikel 3 der Richtlinie erworben hat.
2. De aard van de werkzaamheden die de kandidaat in het kader van de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde overeenkomstig artikel 31, lid 1, sub d, van Richtlijn 93/16 moet uitoefenen, impliceert niet noodzakelijkerwijs, dat hij vóór het begin van deze opleiding een diploma, certificaat of andere titel als bedoeld in artikel 3 van de richtlijn heeft behaald.