(3) Während eines Zeitraums von 18 Monaten nach Inkrafttreten dieser Richtlinie erlauben die Mitgliedstaaten das Inverkehrbringen von Vorschaltgeräten als Einzelkomponenten oder von in Leuchten eingebauten Vorschaltgeräten, die den Anforderungen entsprechen, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieser Richtlinie in ihrem Hoheitsgebiet galten.
3. Gedurende een periode van 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn staan de lidstaten het in de handel brengen toe van voorschakelapparaten, hetzij als afzonderlijk onderdeel, hetzij ingebouwd in verlichtingsapparatuur, die voldoen aan de voorwaarden die op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn op hun grondgebied van toepassing waren.