Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nunmehr in rede stehenden bestimmung vorgesehen " (Duits → Nederlands) :

Die « Merit Capital » AG schlussfolgert daraus, dass folglich auch die bedingungslose Verpflichtung zur Hinterlegung, die in der nunmehr in Rede stehenden Bestimmung vorgesehen sei, gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstoße.

De nv « Merit Capital » leidt daaruit af dat bijgevolg ook de onvoorwaardelijke consignatieverplichting, waarin de thans in het geding zijnde bepaling voorziet, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zou schenden.


In diesem Entscheid befand der Gerichtshof über Artikel 3 Absatz 1 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 27. April 1995 über die Taxidienste und die Dienste für die Vermietung von Personenkraftwagen mit Fahrer, dessen Wortlaut fast identisch ist mit demjenigen der nunmehr in Rede stehenden Bestimmung: « Niemand darf ohne Zulassung der Regierung einen Taxidienst mit einem oder mehreren Fahrzeugen von einer öffentlichen Straße oder gleich welchem anderen, dem öffentlichen Verkehr nicht zugänglichen Ort aus, der sich auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt befindet, betreiben ».

In dat arrest sprak het Hof zich uit over artikel 3, eerste lid, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, waarvan de bewoordingen vrijwel gelijkluidend zijn aan die van de thans in het geding zijnde bepaling : « Niemand mag, zonder vergunning van de Regering, een taxidienst exploiteren door middel van één of meer voertuigen vanop de openbare weg of op elke andere niet voor het openbaar verkeer opengestelde plaats die zich op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt ».


In der Begründung zum Abänderungsantrag der Regierung, der zu der nunmehr in Rede stehenden Bestimmung geführt hat, wurde darauf hingewiesen, dass « die Kommission keinen vollständigen Schadensersatz gewährleistet, sondern eine faire finanzielle Hilfe gewährt für die Schadensposten, die ausführlich, jedoch nicht erschöpfend in Artikel 32 aufgezählt sind » (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-0626/002, S. 11).

In de verantwoording bij het amendement van de Regering dat leidde tot de thans in het geding zijnde bepaling is erop gewezen dat « de commissie geen integrale schadeloosstelling verzekert, maar een billijke financiële hulp toekent voor de schadeposten die ruim, maar niettemin limitatief zijn opgesomd in artikel 32 » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-0626/002, p. 11).


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, indem darin nur die Möglichkeit für den Richter vorgesehen sei, die Entziehung der Fahrerlaubnis auf die Wochenenden und die Feiertage zu begrenzen, was zur Folge habe, dass nur die Fahrer, die an Wochentagen arbeiten, den Vorteil genießen könnten, die Ausführung der Entziehung der Fahrerlaubnis an anderen Tagen als an Werktagen stattfinden zu lassen.

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij enkel voorziet in de mogelijkheid voor de rechter om het verval van het recht tot sturen te beperken tot de weekends en feestdagen, hetgeen tot gevolg heeft dat enkel de bestuurders die werken op weekdagen het voordeel kunnen genieten om de uitvoering van het verval van het recht tot sturen te laten plaatshebben op niet-werkdagen.


Die Fragen betreffen die Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren und insbesondere dem diesem Recht inhärenten Grundsatz der Unabhängigkeit des Richters, der durch Artikel 151 der Verfassung, Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte gewährleistet wird.

De vragen peilen naar de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces en meer bepaald het aan dat recht inherente beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter, dat is gewaarborgd bij artikel 151 van de Grondwet, bij artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.


In seinen Entscheiden Nrn. 73/92 und 43/93 hat der Gerichtshof in B.1 darauf hingewiesen, dass der Gesetzgeber sich gemäß den Vorarbeiten zu Artikel 92 Absatz 2 des Mehrwertsteuergesetzbuches von dem nunmehr in Rede stehenden Artikel 202 des Gesetzbuches der verschiedenen Gebühren und Steuern hat leiten lassen.

Bij zijn arresten nrs. 73/92 en 43/93 heeft het Hof in B.1 erop gewezen dat blijkens de parlementaire voorbereiding van artikel 92, tweede lid, van het BTW-Wetboek de wetgever inspiratie heeft gevonden in het thans in het geding zijnde artikel 202 van het Wetboek diverse rechten en taksen.


Der Gerichtshof wird befragt zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit Artikel 134 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, insofern dadurch die Gesamtschuldnerschaft zwischen den Eigentümern desselben unbeweglichen Gutes hinsichtlich der Zahlung der Nichtbenutzungsabgabe eingeführt werde.

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de overeenstemming van de in het geding zijnde bepaling met artikel 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de hoofdelijkheid tussen de eigenaars van eenzelfde onroerend goed invoert wat de betaling van de leegstandheffing betreft.


Aus den gleichen Gründen wie denjenigen, die in den vorerwähnten Entscheiden Nrn. 36/2005 und 7/2015 dargelegt worden sind, ist die nunmehr in Rede stehende Bestimmung unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Om dezelfde redenen als die welke in de voormelde arresten nrs. 36/2005 en 7/2015 zijn uiteengezet, is de thans in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


In seinem Entscheid Nr. 36/2005 vom 16. Februar 2005 hat der Gerichtshof über Artikel 93 § 1 Nr. 3 Buchstabe b) des EStGB 1964 befunden, der einen ähnlichen Inhalt hat wie die nunmehr in Rede stehende Bestimmung.

Bij zijn arrest nr. 36/2005 van 16 februari 2005 heeft het Hof uitspraak gedaan over artikel 93, § 1, 3°, b, van het WIB 1964, dat een soortgelijke inhoud heeft als de thans in het geding zijnde bepaling.


Die nunmehr in Rede stehende Bestimmung ist aus denselben Gründen unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern die Ausschlussfrist, die darin für die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, festgelegt ist, einsetzen kann, bevor sie die Tatsache zur Kenntnis nehmen konnte, dass die fragliche Anerkennung stattgefunden hat, weshalb der erste Teil der Vorabentscheidungsfrage bejahend zu beantworten ist.

De thans in het geding zijnde bepaling is om dezelfde redenen niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin bepaalde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden, zodat het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag om die reden bevestigend moet worden beantwoord.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'nunmehr in rede stehenden bestimmung vorgesehen' ->

Date index: 2024-10-31
w